Quantcast
Channel: Advocatenkantoor Elfri De Neve - Goede raad is goud waard - Advocatenkantoor Elfri De Neve
Viewing all 3409 articles
Browse latest View live

Translatief

$
0
0

Een overeenkomst wordt translatief geheten wanneer zij een overdragend karaktzer heeft. Bv. De overdracht van de eigendom ingevolge de verkoop, waarbij de verkoper ingevolge de verkoop zijn rechten op het goed verliest (de koopsom bekomt) en de eigendom overdraagt aan de koper die de nieuwe titularis van het recht wordt.

Een dading daarentegen is een declaratieve overeenkomst.

Verbruikleen is in tegenstelling tot bruikleen een translatieve overeenkomst.

translatief [door overdracht] {1926-1950} < frans translatif < latijn translativus [naar een ander verwijzend], van translatum (vgl. translatie).

Translatief betekenet "door overdracht".

Een vereffening-verdeling kan zowel declararief en tnalatief zijn.

Een constitutieve rechtshandeling is een rechtshandeling waarbij er voor het eerst een recht wordt gevestigd.

Indien men bijvoorbeeld de volle eigendom aanhoudt van een onroerend goed en er wordt een recht van erfpacht gevestigd ten voordele van een derde met behoud van de tréfonds, wordt dit recht van erfpacht voor het eerst in het leven geroepen en is er sprake van een constitutieve of vestigende rechtshandeling.

Gerelateerd

lees verder


Vijfjaringe verjaring artikel 2277 BW niet voor vaststaande schuld die niet verder oploopt

$
0
0
Plaats van uitspraak: Hasselt
Instantie: Rechtbank van Eerste Aanleg
Datum van de uitspraak: 
don, 18/04/2002

Een periodieke schuld die niet aangroeit naarmate de tijd verstrijft, verjaart niet op 5 jaar.

Overeenkomst te dezen: «Ondergetekende verklaart hiermede de som van 100.000 fr. ontleend te hebben aan de heer K.S. op bovenvermelde datum. Deze som zal worden terugbetaald in vijf maandelijkse schijven van 20.000 fr., te starten op 20 oktober 1994 en eindigend op 20 februari 1995. Tevens zal er op 20 maart 1995 ter compensatie een som van 10.000 fr. worden betaald».

Het gevorderde bedrag van 100.000 fr., thans 2.478,94 euro, kan worden beschouwd als een periodiek weerkerende schuld, in zoverre in de door eiser aangevoerde overeenkomst aan verweerder werd toegestaan om dit bedrag in vijf maandelijkse schijven terug te betalen.

De rechtbank is evenwel van oordeel dat deze enkele vaststelling niet volstaat om art. 2277 B.W. van toepassing te verklaren en dat dit ook niet uit het voornoemde cassatiearrest van 23 april 1998 kan worden afgeleid. Zelfs verdeeld over periodieke terugbetalingen, heeft deze schuldvordering uitsluitend betrekking op een vast kapitaal, dat van meetaf aan bepaald is.

Publicatie
tijdschrift: 
Rechtskundig Weekblad
Uitgever: 
Intersentia
Jaargang: 
2004-2005
Pagina: 
432
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

BURGERLIJKE RECHTBANK TE HASSELT

10e KAMER – 18 APRIL 2002

I. De feiten

Eiser legt het origineel over van een door beide partijen ondertekende onderhandse akte van 7 september 1994 met volgende inhoud:

Gerelateerd

lees verder

Betwisting lening tussen werkgever en werknemer bevoegdheid arbeidsrechtbank

$
0
0
Plaats van uitspraak: Brugge
Instantie: Arrondissementsrechtbank
Datum van de uitspraak: 
vri, 12/04/2002
Publicatie
tijdschrift: 
Rechtskundig Weekblad
Uitgever: 
intersentia
Jaargang: 
2004-2005
Pagina: 
439
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve
Gerelateerd

Handelshuur met een gemengd karakter

$
0
0

 

Gerelateerd
Modellen: 

lees verder

De nieuwe wetgeving voor consumentenkook ...(eindelijk) in het BW

$
0
0
Publicatie
Auteur: 
Lieven Peeters
Tijdschrift: 
Rechtskundig Weekblad
Uitgever: 
intersentia
Jaargang: 
2004-2005
Pagina: 
441
Samenvatting

De wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen wordt in deze bijdrage besproken. Deze wetgeving is gebaseerd op een richtlijn van 25 mei 1999Voor de wettekst klik hier

Inhoudstafel tekst: 

I. INLEIDING

II. DE INCORPORATIE IN HET BURGERLIJK WETBOEK...EEN ONVOLMAAKTE OPLOSSING

III. DE BASISBEGRIPPEN EN DE WETTELIJKE VERSUS COMMERCIËLE GARANTIE

A. Basisbegrippen
B. De wettelijke versus commerciële garantie

IV. OVEREENSTEMMING MET DE OVEREENKOMST
A. Een weerlegbaar vermoeden
B. De weerlegging van het vermoeden
C. Uitbreiding van het vermoeden
D. Tijdstip waarop de overeenstemming met de overeenkomst vereist is

V. REMEDIES VAN DE CONSUMENT

VI. DRIE TERMIJNEN

A. De waarborgtermijn
B. De meldingstermijn
C. De verjaringstermijn

VII. COMMERCIËLE GARANTIES

VIII. TWEEDEHANDSGOEDEREN

IX. DE DWINGENDE AARD VAN DE BEPALINGEN VAN DE WET

X. VERHAAL EINDVERKOPER

XI. INWERKINGTREDING EN OMZETTINGSPERIODE

XII. CONCLUSIE

Gerelateerd
Bibliotheek
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

Valsheid in geschrifte ook in aangifte waarvan de belasting achteraf niet verschuldigd blijkt

$
0
0
Instantie: Hof van Cassatie
Datum van de uitspraak: 
din, 23/04/2002

Overwegende dat valsheid in geschrifte en gebruik van valse stukken vereisen dat het betrokken geschrift dat als een privaat geschrift dient te worden beschouwd, zich aan de openbare trouw opdringt en enigermate als bewijs van een rechtsfeit kan dienen;

Overwegende dat een aangifte met het oog op een heffing als een privaat geschrift kan worden beschouwd dat zich aan de openbare trouw opdringt en enigermate als bewijs van een rechtsfeiten kan dienen, ook al blijkt dat na het invullen van die aangifte de heffing niet verschuldigd is;

Publicatie
tijdschrift: 
Rechtskundig Weekblad
Uitgever: 
Intersentia
Jaargang: 
20014-2005
Pagina: 
460
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

D.P.L. t/ O.M.

I. Bestreden uitspraak

Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 19 januari 2001 gewezen door het Hof van Beroep te Gent, correctionele kamer.

...

IV. Beslissing van het Hof

A. Onderzoek van het middel

1. Eerste onderdeel

Overwegende dat valsheid in geschrifte en gebruik van valse stukken vereisen dat het betrokken geschrift dat als een privaat geschrift dient te worden beschouwd, zich aan de openbare trouw opdringt en enigermate als bewijs van een rechtsfeit kan dienen;

Noot: 

Onder dit arrest in het RW , Jan Vanheule Valsheid in geschriften in een aangifte voor een milieubelasting

Gerelateerd

lees verder

Stuiting van verjaring door dagvaarding enkel ten voordele van hij die gagvaardt en niet ten voordele tegeneiser

$
0
0
Instantie: Hof van Cassatie
Datum van de uitspraak: 
maa, 03/03/2003
A.R.: 
C.13.0271.N

Overwegende dat krachtens art. 2244 B.W., een dagvaarding voor het gerecht de verjaring stuit;

Dat deze stuiting enkel strekt ten voordele van degene die de stuitingsdaad heeft verricht;

Dat zij niet de verjaring stuit van een tegenvordering van degene tegen wie men de verjaring wenst te stuiten;

Publicatie
tijdschrift: 
Rechtskundig Weekblad
Uitgever: 
Intersentia
Jaargang: 
2004-2005
Pagina: 
466
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

B.M. t/ BVBA P.T.C.

I. Bestreden beslissing

Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 1 december 2000 gewezen door het Arbeidshof te Antwerpen, afdeling Hasselt.

...

III. Middelen

Eiseres voert in haar verzoekschrift een middel aan.

...

Aangevochten beslissingen

Gerelateerd

lees verder

Beslagrechter interpreteert de dwangsom niet, maar onderzoekt wel de draagwijdte van de dwangsom

$
0
0
Plaats van uitspraak: Antwerpen
Instantie: Rechtbank van Eerste Aanleg Burgerlijke rechtbank
Datum van de uitspraak: 
maa, 10/11/2003

Overwegende dat, zo het niet aan ons toekomt om die uitspraak te interpreteren – dit blijft de bevoegdheid van de rechter die deze beslissing heeft geveld – wij als beslagrechter wel de draagwijdte van deze uitvoerbare titel kunnen onderzoeken;

Overwegende dat bij dit onderzoek niet enkel het beschikkende gedeelte van de uitspraak in aanmerking dient te worden genomen, maar ook datgene wat in de motivering staat;

Overwegende dat voormelde draagwijdte zonder enige twijfel uit de lezing van het vonnis naar voor moet komen, en dit zonder dat wij onze toevlucht dienen te nemen tot interpretaties;

Overwegende dat wij ons als beslagrechter terzake streng dienen op te stellen en aldus het rechterlijk gebod waarop de dwangsom in casu is ingesteld, beperkend moeten uitleggen;

Overwegende dat hieruit volgt dat de dwangsom maar verbeurd kan worden verklaard wanneer de gewraakte handelwijze zonder redelijke discussie een schending oplevert van de door de rechter ten gronde opgelegde verplichting;

Publicatie
tijdschrift: 
Rechtskundig Weekblad
Uitgever: 
intersentia
Jaargang: 
2004-2005
Pagina: 
472
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

NV P.E. t/ NV S.

Overwegende dat de vordering van eisende partij, de BVBA P.E., ertoe strekt te zeggen voor recht dat het betalingsbevel dat bij exploot van 18 september 1993 aan eisende partij werd betekend, ongegrond is en dient opgeheven te worden en verwerende partij, de NV S., te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van 12.500 euro wegens tergend en roekeloze uitvoering en verwerende partij tevens te veroordelen tot betaling van de kosten van het geding, met inbegrip van de rechtsplegingsvergoeding.

Gerelateerd

lees verder


Geen toepassing van de woninghuurwet bij handelshuur met een gemengd karakter

$
0
0

 

Toepassing van de Woninghuurwet bij gemengde huur

Luidens het art. 1, § 2, Woninghuurwet is die wet niet van toepassing wanneer de bestemming van bewoning ondergeschikt is aan de bestemming op grond van het beroep of de bedrijvigheid van de huurder.

Gerelateerd
Modellen: 

lees verder

Toepassing van de wooncode bij gemengde huur

$
0
0

Toepassing van de wooncode bij gemengde huur

De bepalingen van de Vlaamse Wooncode zijn van toepassing op alle woningen van het Vlaamse Gewest, van zodra zij hoofdzakelijk worden bestemd voor huisvesting (zie Dambre, M. en Hubeau, B., o.c., p. 237, nr. 590).

Gerelateerd
Modellen: 

lees verder

Heling door afhaling van gelden van huwgemeenschap ze verbergen en verlies van rechten op geheelde gelden

$
0
0
Plaats van uitspraak: Antwerpen
Instantie: Hof van beroep
Datum van de uitspraak: 
woe, 29/10/2003

art. 1448 BW: De echtgenoot die enig goed uit het gemeenschappelijk vermogen heeft weggemaakt of verborgen gehouden, verliest zijn aandeel on dat goed.

De heling in de zin van artikel 1448 BW veronderstelt het bestaan van vier voorwaarden:

(a) het wegmaken of verborgen houden van goederen

(b) die tot de gemeenschap behoren,

(c) met bedrieglijk inzicht,

(d) door een echtgenoot.

Het hier bedoelde bedrieglijke inzicht is erop gericht de gelijkheid tussen de echtgenoten te verstoren of de schuldeisers van de gemeenschap te bedriegen.

Goede trouw van de beweerde heler verhindert het opleggen van de sanctie van heling.

Gewichtige, bepaalde en met elkaar overeenstemmende vermoedens in de zin van artikel 1353 BW kunnen als bewijs in aanmerking komen om desgevallend tot het bestaan van heling te besluiten.

 

Publicatie
tijdschrift: 
Rechtskundig Weekblad
Uitgever: 
intersentia
Jaargang: 
2004-2005
Pagina: 
511
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

J. t/ B.

...

Over de afgehaalde gelden

Overwegende dat appellant teruggave vordert van gelden die geïntimeerde kort vóór en kort na het inleiden van de echtscheidingsprocedure afgehaald heeft, nl. 12.394,68 euro (500.000 fr.) afgehaald op 24 juli 1995 en 1.406,92 euro (56.755 fr.) en 148,64 euro (5.996 fr.) afgehaald op 22 augustus 1995;

dat geïntimeerde op 26 juli 1995 een verzoekschrift bij de vrederechter heeft neergelegd waarop op 10 augustus 1995 een vonnis werd geveld bij toepassing van art. 223 B.W.;

Gerelateerd

lees verder

Bedrog kan niet worden afgeleid uit de inhoud van de overeenkomst zelf

$
0
0
Plaats van uitspraak: Hasselt
Instantie: Rechtbank van Eerste Aanleg Burgerlijke rechtbank
Datum van de uitspraak: 
maa, 29/04/2002

Bedrog is een wilsgebrek. Indien de wil van de bedrogene op gebrekkige wijze werd gevormd, is dit echter niet door het bedrog zelf, maar door de door het bedrog veroorzaakte dwaling.

Dwaling en (hoofd)bedrog zijn dan ook in zoverre gemeenschappelijk dat de dwalende/bedrogene een onjuiste of onvolledige voorstelling van zaken moet hebben gehad, die een determinerende invloed op de contractsluiting moet hebben uitgeoefend (cfr. het gemeenschappelijk art. 1109 B.W.).

Bij bedrog moet deze dwaling zijn veroorzaakt, minstens versterkt of in stand gehouden door een opzettelijke fout van de wederpartij.

Anderzijds gelden de beperkingen met betrekking tot het voorwerp van de dwaling, zoals geformuleerd door art. 1110 B.W. en nader uitgewerkt door de rechtspraak (kenbaarheidsvereiste, verschoonbaarheidsvereiste) niet voor bedrog.

Art. 1116, tweede lid, B.W. bepaalt dat bedrog niet wordt vermoed maar moet worden bewezen.

Zulks houdt in dat het bewijs van bedrog niet kan worden afgeleid uit de inhoud van de rechtshandeling zélf (cfr. De Bondt W., «Bewuste verzwijging, onbewust stilzwijgen en bedrieglijk opzet», (noot onder Cass., 16 september 1999), A.J.T., 2000-2001, 790).

De rechtbank is van oordeel dat dit te dezen des te meer geldt, met name dat uit het loutere feit dat verweerders de koopovereenkomst hebben gesloten niet het vermoeden kan worden afgeleid dat zij in de waan verkeerden dat de bijgebouwen vergund waren, gelet op het zeer beperkt aandeel dat deze vervallen constructies (werden zij overigens opgericht na de stedenbouwwet van 1962?) in verhouding tot de totaliteit van het verkochte goed vertegenwoordigen.

Publicatie
tijdschrift: 
Rechtskundig Weekblad
Uitgever: 
intersentia
Jaargang: 
2004-2005
Pagina: 
512
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

C. en B. t/ V. en M.

I. De huidige stand van de rechtspleging

Gerelateerd

lees verder

Bedrog of dwaling kan niet ingeroepen worden wanneer de levering wordt geweigerd

$
0
0
Plaats van uitspraak: Hasselt
Instantie: Rechtbank van Eerste Aanleg Burgerlijke rechtbank
Datum van de uitspraak: 
maa, 29/04/2002

Wanneer de levering niet werd aanvaard door de kopers, kan er alsnog geen sprake zijn van een vrijwaringsplicht van de verkopers voor verborgen gebreken in de zin van art. 1641 B.W.

De ontbindingsvordering op grond van verborgen gebreken kan immers worden beschouwd als een gemeenrechtelijke ontbindingsvordering, waarvan de uitoefening verlengd wordt na de aanvaarding van de geleverde zaak wegens een verschoonbare dwaling van de koper nopens deze aanvaarding: de koper heeft de beweerde gebreken noch kunnen noch behoren te bemerken; indien hij ze wel had bemerkt, zou hij de geleverde zaak niet hebben aanvaard. De dwaling is hier niet te situeren op het ogenblik van de sluiting van de overeenkomst maar in de uitvoeringsfase: zij stelt de koper in staat om op de aanvaarding van de levering terug te komen en alsnog de ontbindingsvordering in te stellen (cfr. Ghestin J., La notion d‘erreur dans le droit positif actuel, Parijs, L.G.D.J., 1971, 342).

Te dezen kunnen verweerders echter niet beweren dat zij hebben gedwaald op het ogenblik van de aanvaarding van de levering, omdat zij de aangeboden levering hebben geweigerd.

Omdat de aangevoerde gebreken beweerdelijk werden ontdekt door de kopers na de sluiting van de overeenkomst maar vóór de aanvaarding van de levering, is de rechtbank van oordeel dat zij te dezen geen beroep kunnen doen op de specifieke bepalingen van art. 1641 e.v. B.W. (cfr. Serinet Y.-M. «Erreur et vice caché: variations sur le même thème», in Le contrat au début du XXIe siècle, Etudes offertes à Jacques Ghestin, Parijs, L.G.D.J., 2001, 805-806).

Publicatie
tijdschrift: 
Rechtskundig Weekblad
Uitgever: 
intersentia
Jaargang: 
2004-2005
Pagina: 
512
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

C. en B. t/ V. en M.

I. De huidige stand van de rechtspleging

Gerelateerd

lees verder

Opzettelijke brandstichting door echtgenoot in gemeenschappelijke woning. Ander echtgenoot heeft recht op vergoding van haar aandeel

$
0
0
Plaats van uitspraak: Antwerpen
Instantie: Hof van Cassatie
Datum van de uitspraak: 
maa, 07/10/2002

Alleen bij verzuim met bedrieglijk opzet is de verzekering conform art. 7.6 gerechtigd de dekking te weigeren ten aanzien van de verzekeringsnemer die de overeengekomen verplichtingen niet naleeft.

De verzekering toont niet aan welk verzuim met bedrieglijk opzet aan de mede-eigenaar kan worden toegeschreven. De opzettelijke brandstichting door haar broer kan aan geïntimeerde niet worden toegerekend en zij dient hiervan evenmin de nadelige gevolgen te dragen.

Enige tekortkoming van geïntimeerde bij de uitvoering te goeder trouw wordt niet aangetoond en kan in geen enkele omstandigheid aanleiding zijn om dekking te weigeren.

Publicatie
tijdschrift: 
Rechtskundig Weekblad
Uitgever: 
Intersentia
Jaargang: 
2004-2005
Pagina: 
509
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

NV De V. t/ P.

Tegen het bestreden vonnis op tegenspraak uitgesproken door de Rechtbank van Eerste Aanleg te Turnhout op 9 januari 2001, waarvan geen akte van betekening wordt meegedeeld, wordt bij verzoekschrift ingediend ter griffie van het Hof van Beroep te Antwerpen op 1 juni 2001 naar vorm en termijn regelmatig en toelaatbaar hoger beroep ingesteld.

Wat voorafgaat

Gerelateerd

lees verder

Proces-verbaal opgesteld door een persoonlijk betrokken verbalisat verliest bijzondere bewijswaarde

$
0
0

Volgens het arrest nr. 48/97 van 14 juli 1997 (R.W. 1997-98, 974) kan aan een proces-verbaal opgesteld door een persoonlijk betrokken verbalisant geen bijzondere bewijswaarde worden gehecht.

Wegens de bijzondere bewijswaarde die art. 62 Wegverkeerswet aan een door een bevoegd persoon opgesteld proces-verbaal geeft, is de hoedanigheid van neutrale waarnemer van de opsteller van dat proces-verbaal essentieel. Zoals Vandeplas (o.c., nr. 4) terecht opmerkt, bestaat er een gevaar dat de betrokkenheid van de verbalisant de objectiviteit van het proces-verbaal schaadt.

Om van betrokkenheid te spreken, is niet vereist dat de verbalisant door de feiten die hij vaststelt een persoonlijk nadeel lijdt. Het besproken arrest van het Arbitragehof maakt gewag van een verbalisant die persoonlijk betrokken is bij de feiten. De Correctionele Rechtbank te Brugge aanvaardde ingevolge bovenstaand arrest de morele betrokkenheid om de verbalisant als een bij het vastgestelde misdrijf betrokken persoon te beschouwen (Corr. Brugge, 24 november 1997, R.W. 1997-98, 987).

De rechtsleer ziet in de «betrokken» verbalisant de opsteller van een proces-verbaal die niet louter als neutrale waarnemer optreedt, maar zelf gemoeid is in de overtreding die hij optekent, de verbalisant die zelf een actieve rol speelt in de vastgestelde feiten (A. Vandeplas, «Over de betrokkenheid van de verbalisant», noot onder bovengeciteerd vonnis, R.W. 1997-98, p. 987, nr. 3).

Rechtspraak: 

 

• Pol. Gent 18 januari 2002, RW 2004-2005, 514, met noot van C. De Roy Het proces-verbaal tot bewijs van het tegendeel en de persoonlijke betrokkenheid van de verbalisant

O.M. t/ W.

De beklaagde wordt vervolgd voor overtreding van art. 25.1.2o, van het Wegverkeersreglement.

De feiten werden vastgesteld door een aangestelde van de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn.

Op de vraag of hij de overtreding erkende, antwoordde de beklaagde op het hem toegezonden formulier «neen».

Nog dit: 

Hof van Cassatie, 2e Kamer – 16 september 2014, RW 2015-2016, 64

Samenvatting:

De bijzondere bewijswaarde tot bewijs van het tegendeel die de wet hecht aan het krachtens art. 62 Wegverkeerswet opgestelde proces-verbaal, geldt alleen voor de persoonlijk door de opsteller binnen de perken van zijn bevoegdheidsopdracht gedane zintuiglijke vaststellingen betreffende de bestanddelen van het misdrijf en de ermee verbonden omstandigheden, met inbegrip van de vermelding dat een afschrift van het proces-verbaal aan de overtreder werd gezonden en van de datum waarop dit gebeurde.

Tekst arrest:

AR nr. P.13.1871.N

BVBA G. t/ Openbaar ministerie

I. Rechtspleging voor het Hof

Het cassatieberoep is gericht tegen een vonnis in hoger beroep van de Correctionele Rechtbank te Mechelen van 11 oktober 2013.

...

II. Beslissing van het Hof

Beoordeling

Middel

1. Het middel voert schending aan van art. 62, eerste lid Wegverkeerswet: het vonnis kent bijzondere bewijswaarde toe aan de vermelding door de politie in een proces-verbaal, dat een afschrift van een ander proces-verbaal samen met een bijgevoegd antwoordformulier verstuurd werd, terwijl de bijzondere bewijswaarde alleen geldt voor de vaststelling van de overtreding; op het ogenblik van de beweerde toezending was er nog geen sprake van de overtreding die aan de eiseres wordt verweten, namelijk het verzuim het antwoordformulier terug te sturen en de bestuurder te identificeren; deze overtreding kan pas worden vastgesteld na ontvangst van de documenten; de vermelding van toezending heeft geen betrekking op de vaststelling van enige overtreding, laat staan op die welke aan de eiseres wordt verweten.

2. Art. 62, eerste lid Wegverkeerswet bepaalt: “De overheidspersonen die door de Koning worden aangewezen om toezicht te houden op de naleving van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten, stellen de overtredingen vast door processen-verbaal die bewijskracht hebben zolang het tegendeel niet is bewezen.”

Het achtste lid van dat artikel bepaalt: “Een afschrift van die processen-verbaal wordt aan de overtreders gezonden binnen een termijn van veertien dagen, te rekenen van de datum van vaststelling van de misdrijven”.

3. De bijzondere bewijswaarde tot bewijs van het tegendeel die de wet hecht aan het krachtens art. 62 Wegverkeerswet opgestelde proces-verbaal, geldt alleen voor de persoonlijk door de opsteller binnen de perken van zijn bevoegdheidsopdracht gedane zintuiglijke vaststellingen betreffende de bestanddelen van het misdrijf en de ermee verbonden omstandigheden, met inbegrip van de vermelding dat een afschrift van het proces-verbaal aan de overtreder werd gezonden en van de datum waarop dit gebeurde.

In zoverre het middel uitgaat van een andere rechtsopvatting faalt het naar recht.

4. Bij de beoordeling of een beklaagde zich schuldig heeft gemaakt aan de door art. 67ter Wegverkeerswet bedoelde misdrijven, hebben ook de door een verbalisant gedane vaststellingen met betrekking tot de overtreding op de Wegverkeerswet en de uitvoeringsbesluiten ervan begaan door een motorvoertuig ingeschreven op naam van een rechtspersoon, bijzondere bewijswaarde. De omstandigheid dat deze overtreding zich in de tijd noodzakelijk vóór de door art. 67ter Wegverkeerswet bedoelde misdrijven voltrekt, doet daaraan geen afbreuk.

In zoverre het middel uitgaat van een andere rechtsopvatting, faalt het evenzeer naar recht.

...

Gerelateerd

lees verder


Rook op de weg

$
0
0
Instantie: Hof van Cassatie
Datum van de uitspraak: 
woe, 09/03/2005
A.R.: 
P041480F

Het verbod het verkeer te hinderen of onveilig te maken, onder meer door rook te verspreiden, geldt voor alle gebruikers van de openbare weg, maar enkel voor hen (1). (1) Cass., 1 april 1987, AR 5576, nr 457.

Uit de vaststelling dat eiser hout verbrandde in een vuur dat zich vrijwel aan de kant van de weg bevond, kan niet worden afgeleid dat beklaagde een gebruiker van de openbare weg was.

Publicatie
tijdschrift: 
juridat

Nr. P.04.1480.F.-
L. J.,

tegen
1. F. P.,
2. L'ARDENNE PREVOYANTE, naamloze vennootschap.

I. Bestreden beslissing
Het cassatieberoep is gericht tegen een vonnis, dat op 21 oktober 2004 door de Correctionele Rechtbank te Verviers in hoger beroep is gewezen.

II. Rechtspleging voor het Hof

III. Cassatiemiddelen

Eiser voert een middel aan in een memorie, waarvan een voor eensluidend verklaard afschrift aan dit arrest is gehecht.

IV. Beslissing van het Hof

Gerelateerd

lees verder

Bestelling doen met de wetenschap niet te kunnen betalen is een fout in de zin van art. 1382 BW

$
0
0
Plaats van uitspraak: Brussel
Instantie: Hof van beroep
Datum van de uitspraak: 
woe, 18/06/2003

Een bestelling doen, van meer dan 18.000 euro, zonder te beschikken over de middelen tot betalig is een fot in de zin van art. 1382 BW

Publicatie
tijdschrift: 
Rechtskundig Weekblad
Uitgever: 
intersentia
Jaargang: 
2004-2005
Pagina: 
625
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

NV W. t/ Stad Brussel

...

C. De eis tot schadevergoeding wegens tergend en roekeloos verweer

Overwegende dat appellante haar eis uitbreidt tot de veroordeling van geïntimeerde van 3.718,40 euro wegens tergend en roekeloos verweer;

Overwegende dat geïntimeerde zoals de burgers onderworpen is aan de rechtsregels, inzonderheid die welke betrekking hebben op de vergoeding van de schade ten gevolge van fouten waardoor de subjectieve rechten en de wettige belangen van personen worden aangetast;

Gerelateerd

lees verder

Onderhoudsgeld voor ouders, inkomen van partner wordt niet meegerekend

$
0
0
Plaats van uitspraak: Brussel
Instantie: Hof van beroep
Datum van de uitspraak: 
din, 20/01/2004

De onderhoudsplicht van de kinderen gaat voor op die van de schoonkinderen.

Derhalve geldt als berekeningsbasis voor de onderhoudsschuld van het kind het persoonlijke inkomen en niet het gezinsinkomen, onverminderd de verhaalsmogelijkheid van die schuld op het gemeenschappelijk vermogen en het eigen vermogen van beide echtgenoten.

Publicatie
tijdschrift: 
Rechtskundig Weekblad
Uitgever: 
intersentia
Jaargang: 
2004-2005
Pagina: 
625
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

O.C.M.W. te Tienen t/ V.

Het voorwerp van het hoger beroep

4. Het O.C.M.W. te Tienen heeft op 4 januari 1994 een dagvaarding laten betekenen aan de heer V. Maurits en zijn drie kinderen Dorine, Camiel en Frans, met het oog op hun veroordeling tot betaling van 278.667 fr., thans 6.907,97 euro, welk bedrag in conclusies werd vermeerderd tot 1.231.580 fr., thans 30.530,07 euro.

Noot: 

UItstekende noot van R. Barbaix, Het verhaalsrecht van het O.C.M.W. op onderhoudsplichtigen

Gerelateerd

lees verder

Verzoekschrift tot valsheidsvordering kan ingesteld naar aanleiding cassatieberoep

$
0
0
Instantie: Hof van Cassatie
Datum van de uitspraak: 
din, 21/05/2002
A.R.: 
P011016N

In de regel is een verzoekschrift dat een valsheidsvordering bevat, ingesteld naar aanleiding van cassatieberoep, ontvankelijk en is de valsheidsvordering toegelaten, wanneer het tijdens het cassatiegeding van valsheid betichte stuk niet van valsheid kon worden beticht voor de feitenrechter, het verzoekschrift betrekking heeft op een wezenlijke vereiste voor de regelmatigheid van de bestreden beslissing en het in het verzoekschrift gestelde feit waarschijnlijk genoeg is om de bewijskracht van een authentieke akte aan te tasten ?

Publicatie
tijdschrift: 
juridat
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

Nr. P.01.1016.N
D. O.,
eiser, beklaagde,

I. Bestreden beslissing
Het cassatieberoep is gericht tegen het vonnis, op 29 mei 2001 in hoger beroep gewezen door de Correctionele Rechtbank te Gent.

II. Rechtspleging voor het Hof

III. Cassatiemiddelen

De eiser O. D. stelt in een verzoekschrift de navolgende valsheidsvordering in:

"Valsheidsprocedure artikel 895 en volgende Gerechtelijk Wetboek:

Noot: 

BETICHTING VAN VALSHEID - Strafzaken - Cassatiegeding - Valsheidsvordering ingesteld naar aanleiding van een cassatieberoep - Verzoekschrift - Ontvankelijkheid - Voorwaarden: zie ook:

• Cass. 9 sept. 1997, A.R. nrs. P.97.1155.N en P.97.1201.N, nr. 342;

• Cass. 1 dec. 1993, A.R. nrs. P.93.1416.F en P.93.1546.F, nr. 497.

Gerelateerd

lees verder

Civielrechtelijke immuniteit van de werkgever bij onopzettelijk veroorzaakte arbeidsongevallen

$
0
0
Instantie: Hof van Cassatie
Datum van de uitspraak: 
din, 21/05/2002
A.R.: 
P001635N

De civielrechtelijke immuniteit van de werkgever, zijn lasthebber of aangestelde bij onopzettelijk veroorzaakte arbeidsongevallen geldt slechts ten aanzien van de getroffene of zijn rechthebbenden; zij geldt niet ten aanzien van hen die geen recht hebben op de vergoedingen waarin de Arbeidsongevallenwet voorziet, zoals de moeder van de getroffene van een niet-dodelijk arbeidsongeval.

Publicatie
tijdschrift: 
juridat
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

Nr. P.00.1635.N
1. V. N.,
2. S. A.,
eisers, burgerlijke partijen,

tegen
1. V. G., verweerder, beklaagde,
2. SCHENKER - B.T.L., naamloze vennootschap, met zetel te Mechelen, Blokhuisstraat 36,
verweerster, civielrechtelijk aansprakelijke partij,

I. Bestreden beslissing
Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 19 oktober 2000 gewezen door het Hof van Beroep te Gent, correctionele kamer.

II. Rechtspleging voor het Hof

III. Cassatiemiddelen

Gerelateerd

lees verder

Viewing all 3409 articles
Browse latest View live