Een overeenkomst tussen ouders en scholen van het vrij onderwijsnet is van louter contractuele aard; hieruit volgt dat de inschrijving van een leerling in een vrije school een private aangelegenheid is en dat, in tegenstelling tot het gemeenschapsonderwijs, het vrij onderwijs, althans in beginsel, de vrijheid heeft al dan niet bepaalde leerlingen te aanvaarden.
Deze principiële vrijheid wordt echter beperkt door het openbaar belang en door de algemene rechtsbeginselen waaruit ouders en leerlingen de nodige waarborgen tegen willekeur kunnen putten omdat de scholen van het Vrij Onderwijs meewerken aan een openbare dienst; een vrije onderwijsinstelling is overigens in feite een «functionele openbare dienst».
In het licht van het vorenstaande en, bij gebrek aan andersluidende wettelijke beschikkingen, is de contractsweigering van de vrije school slechts onrechtmatig en maakt zij rechtsmisbruik uit indien zij plaats vindt op grond van criteria die onbetamelijk zijn en waardoor de menselijke waardigheid in het gedrang komt.
Er zijn inderdaad rechten van de ouders en van het kind, doch tegenover hun aanspraken staat het fundamenteel recht van een «inrichtende macht» om een pedagogisch model te verdedigen.
De weigering van leerlingen op grond van hun geslacht, kan dus niet in alle gevallen als een ongeoorloofde discriminatie worden beschouwd.
De weigering van de toegang van bijvoorbeeld een jongen tot een vrije meisjesschool zou echter onbetamelijk zijn en in strijd met de menselijke waardigheid en aldus rechtsmisbruik uitmaken, indien in een min of meer nabije omgeving door geen andere instelling een gelijkaardig en gelijkwaardig onderwijs wordt aangeboden.
D. t/ V.Z.W. Vrij Katholiek Kleuter- en Lager Onderwijs
1. De rechtsvordering van appellanten steunt inzonderheid op de artikelen 10 en 24 van de gecoördineerde Grondwet en op artikel 14 E.V.R.M.
Appellanten verliezen daarbij echter klaarblijkelijk uit het oog dat aan het discriminatieverbod in het privaatrecht niet dezelfde betekenis kan toekomen als in het publiekrecht.
Bednet is een Vlaamse vzw die sinds 2007 synchroon internetonderwijs organiseert. Hierbij kunnen leerlingen, die wegens ziekte tijdelijk of langdurig afwezig zijn, via internet de lessen op school volgen. Hierdoor wordt gepoogd de leerachterstand beperkt te houden en te voorkomen dat de leerling in een isolement komt. Het moet de band met de school, de leerkrachten en de medeleerlingen behouden.
Vanaf 1 september 2015 is het recht op synchroon internetonderwijs decretaal[1] vastgelegd[2]. De vereniging werkt samen met de scholen, organisaties voor tijdelijk onderwijs aan huis en ziekenhuisscholen. In 2015 had Bednet ruim 335 kinderen in het systeem. Ze kan rekenen op steun van de Vlaamse overheid, de Koning Boudewijnstichting, sponsors en privégiften.
Wettelijke bron: Decreet van 23 april 2014, Vlaamse Gemeenschap