OVERZICHT VAN RECHTSPRAAK FAMILIERECHT* (2012-2016)
* Dit overzicht van rechtspraak sluit aan bij de eerdere overzichten van rechtspraak "Personen- en familierecht" gepubliceerd in TPR: W. DELVA en G. BAERT (1960-1963), TPR 1964, 1 en 142; W. DELVA, G. BAETEMAN en M. BAX (1964-1974), TPR 1976, 329; G. BAETEMAN en J. GERLO (1975-1980), TPR 1981, 749; G. BAETEMAN, J. GERLO, E. GULDIX, W. DE MULDER en R. DE WIT (1981-1987), TPR 1988, 415; G. BAETEMAN, J. GERLO, E. GULDIX, A. WYLLEMAN, V. DE SAEDELEER en K. JACOBS (1988-1994), TPR 1994, 2073; G. BAETEMAN, J. GERLO, E. GULDIX, A. WYLLEMAN, G. VERSCHELDEN en S. BROUWERS (1995-2000), TPR 2001, 1551 en de vorige overzichten "Familierecht": G. VERSCHELDEN, S. BROUWERS, K. BOONE, 1. MARTENS en K. VERSTRAETE (2001-2006), TPR 2007, 141 en G. VERSCHELDEN, S. BROUWERS, K. BOONE, L. PLUYM, W. SEGERS en B. VINCK (2007-2011), TPR 2012, 1507.
In voorliggend overzicht werden de behandelde materies als volgt over de auteurs verdeeld:
Afstamming en adoptie= Gerd VERSCHELDEN (nrs. 1-206) Huwelijk= Annette VAN THIENEN (nrs. 207-251)
Echtscheiding, Scheiding van tafel en bed en Alimentatie= Steven BROUWERS (nrs. 252-318 en 434-578)
Wettelijke en feitelijke samenwoning= Lynn DE SCHRIJVER (nrs. 319-433)
Ouderlijk gezag, verblijf en recht op persoonlijk contact= Ingrid BOONE (nrs. 579-701).
INHOUD
Titel I. Afstamming en adoptie (1-206) .667
Hoofdstuk1. Afstamming (1-147) .667
Afdeling A. Inleiding ( 1- 7) .667
§1. Afbakening (1-2) . 667
§2. Aantasting van het afstammingsrecht door rechtspraak van het Grondwettelijk Hof (3-4) . 667
§3. Bibliografie van overzichten van rechtspraak afstamming ( 5- 7) . 671
Afdeling B. Afstamming van vaderszijde (8-117) .671
§ 1. Afstamming van vaderszijde binnen het huwelijk (8-50) . 671
a. De vaderschapsregel (8-9) . 671
b. Betwisting van het vaderschap van de echtgenoot (10-50) .673
1) Bezit van staat als absolute grond van niet-ontvankelijkheid (10-16) . 673
a) Vereisten voor deugdelijk bezit van staat: rechterlijke appreciatie (11-12) . 674
b) Ongrondwettigheid van het absolute karakter van de grond van niet-ontvankelijkheid (13-16) .674 2) Titularissen en termijnen (17-35) .681
a) Vordering van de moeder (17).681
b) Vordering van de (ex-)echtgenoot (18-22) .681
i) Duur van de vervaltermijn (19).682
ii) Vertrekpunt (20-21) .682
iii) Overgangsrecht (22) . 683
c) Vordering van het kind (23-28) .684
i) Ongrondwettigheid van het gebrek aan overgangsbepaling voor kinderen geboren vóór 1 juli 1985 (24- 25) .684
ii) Ongrondwettigheid van de eenjarige vervaltermijn (26-28) .686
d) Vordering van de beweerde biologische vader (29-32) . 689
e) Vordering van de bloedverwanten van de (overleden) echtgenoot(33-35) 690
3) Gegrondheid (36-42) .693
a) Bewijs van niet-vaderschap door alle wettelijke middelen (36-41) .693
b) Bewijs van niet-vaderschap via eenvoudige verklaring (42) .696
4) Procedurele aspecten (43-50) .696
a) Partijen in het geding (43-44) .696
b) Vrijwillige tussenkomst van kinderen van de beweerde biologische vader ( 45-46) .698
c) Afstand van geding in hoger beroep ( 4 7) .699
d) Rechtsplegingsvergoeding ( 48) . 700
e) Derdenverzet ( 49-50) .700
§2. Afstamming van vaderszijde buiten het huwelijk ( 51-117) .701
a. Erkenning (51-94). 701
1) Vaststelling van de afstamming via vaderlijke erkenning (51-65) .701
a) Grondvoorwaarde: het vaderschap staat niet vast krachtens de vaderschapsregel en het meemoederschap staat evenmin vast ( 51) .701
b) Schijnerkenning (52-55) . 702
c) Geding na toestemmingsweigering (56-62) . 704
i) Primaat van de biologische werkelijkheid (57) .704
ii) Ongrondwettigheid van het marginale karakter van het opportuniteitsoordeel van de familierechtbank (58-61) .704
iii) Medisch begeleide voortplanting (62) .709
d) Prenatale vaderlijke erkenning (63-64).709
e) Erkenning door een gehuwd man ( 65) .711
2) Gemeenrechtelijke betwisting van een vaderlijke erkenning (66-89) .711
a) Bezit van staat als absolute grond van niet-ontvankelijkheid ( 66- 7 4) . 711
i) Vereisten voor deugdelijk bezit van staat: rechterlijke appreciatie (67-72) .712
ii) Ongrondwettigheid van het absolute karakter van de grond van niet-ontvankelijkheid (73-74). 713
b) Een bewezen wilsgebrek als ontvankelijkheidsvoorwaarde voor de vordering van degenen die tot de erkenning hebben toegestemd (75-79) . 715
i) Vordering van de erkenner (7 6- 77) .715
ii) Vordering van de moeder (78- 79) .716
c) Titularissen en termijnen (80-88) .718
i) Vordering van de beweerde biologische vader (80- 85) .718
aa) De wettelijke vervaltermijn is al verstreken vooraleer de betwiste erkenning heeft plaatsgevonden (82) 718
bb) De wettelijke vervaltermijn is al verstreken vooraleer de beweerde biologische vader kennis kon nemen van de betwiste erkenning (83) 719
cc) Samenvatting (84-85) .720
ii) Vordering van het kind (86) .721
iii) Vordering van de erkenner (87) . 721
iv) Vordering van belanghebbende derden - overgangsrecht (88) . 722
d) Gegrondheid van de vordering (89) . 722
3) Nietigverklaring van een zonder toestemming gedane vaderlijke erkenning (90-91) .723
4) Nietigverklaring van een schijnerkenning (92-94) .724
b. Onderzoek naar het vaderschap (95-117) .725 1) Grondvoorwaarden (95-99) . 725
a) Het vaderschap staat niet vast krachtens de vaderschapsregel of via erkenning en het meemoederschap staat evenmin vast (95-97) .725
i) Algemeen (95-96) . 725
ii) Overgangsrecht voor overspelige kinderen a matre (97) .726
b) Uit het vonnis mag geen absoluut huwelijksbeletsel blijken (98-99) .728
2) Uitoefening van het recht van verzet en daaropvolgende beoordeling van het belang van het kind (100-104) .730
a) Titularissen van het verzetsrecht (101) .730
b) Opportuniteitsoordeel van de rechtbank (102-104) . 731
i) Ongrondwettigheid van het beperkte toepassingsgebied ( 102) 731
ii) Ongrondwettigheid van het marginale karakter van de opportuniteitstoets (103-104) .732
3) Afwezigheid van belangenafweging bij gebrek aan uitoefening van het wettelijk verzetsrecht (105) .733
4) Termijn voor het instellen van de vordering (106-107) . 734
5) Bewijs (108-115) .736
a) Bewijs door alle wettelijke middelen (108-114) . 736
b) Bewijs door een vermoeden van vaderschap wegens geslachtsgemeenschap met de moeder in het wettelijk tijdperk van de verwekking (115).738
6) Procedurele aspecten (116-117) . 739
a) Partijen in het geding (116) .739
b) Vertegenwoordiging (117) .739
Afdeling C. Afstamming van meemoederszijde (118-147) .740
§ 1. Afstamming van meemoederszijde binnen het huwelijk (123- 128) .741
a. De meemoederschapsregel (123-125). 741
b. Betwisting van het meemoederschap van de echtgenote (126- 128) .742
1) Ontvankelijkheid (126-127) . 742
2) Gegrondheid (128) .743
§2. Afstamming van meemoederszijde buiten het huwelijk (129-147) .744
a. Erkenning (129-140) .744
1) Vaststelling van de afstamming via meemoederlijke erkenning (129-133) .744
2) Betwisting van een meemoederlijke erkenning (134-139) .745
a) Ontvankelijkheid (134-138) . 745
b) Gegrondheid (139) .749
3) Overgangsrecht (140) .750
b. Onderzoek naar het meemoederschap ( 141-14 7) .7 51
Hoofdstuk II. Adoptie (148-206) .753
Afdeling A. Nieuw Vlaams decreet Binnenlandse Adoptie (148-163). 753
§ 1. Aanmelding, informatie en voorbereiding (149-153) . 754
a. Adoptie van een ongekend kind (150-151). 754
b. Adoptie van een gekend kind (152-153).754
§2. Maatschappelijk onderzoek (154) .755
§3. Eén dienst voor binnenlandse adoptie (155-160) . 755
a. Taken van de dienst (156-159) . 755
1) Adoptiebemiddeling (157) .755
2) Nazorg (158) . 756
3) Begeleiding van de afstandsouder (159).756
b. Vergunning en subsidiëring (160) .756
§4. Overeenkomst en adoptiedossier (161) .757
§5. Inzagerecht (162-163). 757
Afdeling B. Instellingsvoorwaarden voor adoptie (164-177).758
§ 1. Wettige redenen (164-173) .7 5 8
a. Gewone stiefouderadoptie van een meerderjarige (164) .758
b. Volle adoptie na draagmoederschap (165-169) .758
c. Schijnadoptie (170-171) .762
d. Adoptie door de biologische vader (172) .762
e. Adoptie door de biologische grootvader (173) . 763
§2. Hoger belang van het kind (174-175) . 763
§3. Wettige belangen (176-177) .765
Afdeling C. Vereisten gesteld aan de kandidaat-adoptant (178-185) . 767
§ 1. Voorwaarden inzake burgerlijke staat (178-182) . 767
a. Samenwonen bij inleiding van de adoptieprocedure (178-180) .767
b. Afwezigheid van absoluut huwelijksbeletsel tussen kandidaat-adoptant en ouder (181-182). 769
§2. Invoering van adoptie door de voormalige partner (183-185) .773
a. Ontstaansgeschiedenis (183).773
b. Begripsomschrijving (184) . 773
c. Grondvoorwaarden(185) 774
Afdeling D. Toestemmingen tot adoptie (186-193) .774
§ 1. Toestemming van de kandidaat-adoptant (186) .774
§2. Toestemmingsweigering van de adoptandus (187).775
§3. Toestemmingsweigering van de ouder (188-193) .776
Afdeling E. Procedure ( 194-199) . 779
Afdeling F. Beëindiging (200-206) .781
§ 1. Nieuwe adoptie (200-202) .781
§2. Herroeping van de adoptie (203-204) . 782
a. Gewone adoptie (203) .782
b. Volle adoptie (204) . 783
§3. Vaststelling van de oorspronkelijke afstamming na (volle) adoptie (205-206) . 785
Titel II. Huwelijk en echtscheiding (207-318).786
Hoofdstuk I. Huwelijk (207-251) .786
Afdeling A. Inleiding (207) .786
Afdeling B. Verloving (208) .786
Afdeling C. Grondvereisten om te huwen (209-238) . 787
§ 1. In leven zijn (209) . 787
§2. Personen van hetzelfde of verschillend geslacht (210) .787
§3. Huwbare leeftijd (211-212) .788
§4. Geen verwantschap in verboden graad (huwelijksbeletselen) (213) .790
§5. Geen vorig niet-ontbonden huwelijk (214-217) .792
§6. Toestemming van de aanstaande echtgenoten (218-238) . 797
a. Gemis aan toestemming (218-234) . 797
1) Algemeen (218) . 797
2) Een van de echtgenoten is niet in staat zijn wil te kennen te geven (219) .798
3) Schijnhuwelijk (220-234) .799
a) Omschrijving (220-222) . 799
b) Beteugeling (223-233) .804
i) Weigering opmaak akte aangifte huwelijk en weigering voltrekking huwelijk (224) .804
ii) Nietigverklaring huwelijk (225-228) . 805
iii) Niet erkennen buitenlands huwelijk (229) .808
iv) Strafbaarstelling (230-231) .810
v) Inreisverbod (232) .812
vi) Attest geen huwelijksbeletsel (233) . 812
c) Vordering tot schadevergoeding (234) .814
b. Gebrek in de toestemming (235-238) .815
1) Dwaling (236) .815
2) Bedrog (237) . 816
3) Geweld en gedwongen huwelijk (238) .817
Afdeling D. Vormvereisten om te huwen (239-244) . 818
§ 1. Huwelijksaangifte (239-240) . 818
a. Aangifte (239) .818
b. Weigering akte op te maken (240) . 818
§2. Huwelijksvoltrekking (241-244) . 820
a. Voltrekking (241) .820
b. Uitstel en weigering het huwelijk te voltrekken (242-244) .820
Afdeling E. Sanctieregeling (245-251) .828
§ 1. Relatieve nietigheid (245-24 7) .828
§2. Absolute nietigheid (248-251) .829
Hoofdstuk II. Echtscheiding (252-316) . 832
Afdeling A. Inleiding (252-253) .832
Afdeling B. Echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting van het huwelijk (254-285) .836
§ 1. Overzichten van rechtspraak .836
§2. Grond (254-257) .836
§3. De onherstelbare ontwrichting en het verstrijken van een termijn (258) .838
§4. Procedure (259-264) .840
§5. Voorlopige maatregelen (265-278) .843
a. Vóór de WFJRb (265-267) . 843
b. Na de WFJRb (268-276) .846
1) Twee types van hoogdringendheid (268-271) .846
2) Voorlopige maatregelen: harmonisering (272-273) . 847
3) Blijvende saisine (274-275) . 849
4) Gehomologeerde overeenkomsten (276) .849
c. Soorten maatregelen (277-278) .850
§6. Gevolgen van de echtscheiding (279-285) .850
a. Uitkering na echtscheiding tussen de ex-echtgenoten (279).850
b. Patrimoniale gevolgen (280-285) .850
Afdeling C. Echtscheiding door onderlinge toestemming (286-314) . 854
§ 1. Overzichten van rechtspraak .854
§2. Voorwaarden(286-287) 854
§3. De overeenkomsten (288-306) .855
a. Algemeen (288) . 855
b. De vermogensrechtelijke overeenkomst (289-302) .855
1) Wilsgebreken (289-291) . 855
2) Conventionele onverdeeldheid (292) .857
3) Interpretatie (293) .859
4) Actio pauliana (294) . 859
5) Aansprakelijkheid van notaris en advocaat (295-297) .860
6) Dading (298) . 861
7) Diverse (299-302) .863
c. De familierechtelijke overeenkomst (303-306) .864
1) Inhoud (303) . 864
2) Wijzigingen (304-306) .865
§4. Procedure (307-312) .867
§5. Gevolgen van de echtscheiding (313-314) .871
Afdeling D. Echtscheiding op grond van feitelijke scheiding (oud) (315- 316). 872
Hoofdstuk III. Scheiding van tafel en bed (317-318) .873
Titel III. Wettelijke en feitelijke samenwoning (319-433) .874
Hoofdstuk I. Wettelijke samenwoning (319-386) .874
AfdelingA. Algemeen (319-325) . 874
§1. Situering (319-320). 874
§2. Invloed van de wettelijke samenwoning op de staat van de persoon (321-323) .875
§3. Vermeende discriminaties van wettelijk samenwonenden (324-325) .876
Afdeling B. Aangaan van de wettelijke samenwoning (326-363) .880
§ 1. Grondvoorwaarden (326-328) .880
§2. Formaliteiten (329-330) .881
§3. Schijnwettelijke en gedwongen wettelijke samenwoning (331- 363) .882
a. Situering (331-332) . 882
b. Beoordeling schijn- of gedwongen karakter (333-349) .883
1) Algemeen (333) . 883
2) Indicaties uit de omzendbrief (334-341) . 884
3) Andere indicaties (342-347) . 889
4) Rol duurzame en stabiele partnerrelatie (348-349) . 892
c. Preventieve maatregelen (350-359) .894 !)Algemeen (350-351). 894
2) Uitstel (352-354) . 895
3) Weigering (355-359) . 896
d. Repressieve maatregelen (360-363) .899
1) Nietigverklaring (360-361) .899
2) Strafsancties (362) .900
3) Inreisverbod (363) .901
Afdeling C. Gevolgen van de wettelijke samenwoning (364-377) .901
§ 1. Primair samenwoningsstelsel (364-367) . 901
§2. Secundair samenwoningsstelsel (368-372) .903
a. Wettelijk stelsel (368-369) . 903
b. Conventioneel stelsel (370-372) .906
Afdeling D. Dringende (voorlopige) maatregelen (373-377).907
§ 1. Algemeen (373) .907
§2. Inhoud van de maatregelen (374-375) .907
§3. Duur van de maatregelen (376) .909
§4. Procedure (377) .909
Afdeling E. Ontbinding van de wettelijke samenwoning (378-381) . 910
§ 1. Gronden en procedure (378-379) . 910
§2. Gevolgen (380-381) .911
Afdeling F. Nietigverklaring van de wettelijke samenwoning (382-386) 912
§ 1. Algemeen (382) .912
§2. Gemeenrechtelijke (relatieve) nietigheidsgronden (383-385) .913
§3. Specifieke (absolute) nietigheidsgronden (386) .914
Hoofdstuk II. Feitelijke samenwoning (387-433) .914
Afdeling A. Algemeen (387-390) . 914
§ 1. Situering (3 87) .914
§2. Vermeende discriminaties van feitelijk samenwonenden (388- 915 390) .
Afdeling B. Vermogensrechtelijke verhoudingen tussen de partners onderling (391-422) . 918
§ 1. Zakenrechtelijke aspecten (3 91-3 94) . 918
a. Algemeen (391).918
b. Roerende goederen (392-393) . 918
c. Onroerende goederen (394) .920
§2. Verbintenisrechtelijke aspecten: vermogensverschuiving (395- 417) .921
a. Schenking (396-397) .921
b. Lening (398-401) .922
c. Zaakwaarneming ( 402) . 924
d. Natrekking en kostenleer (403-405) .925
e. Mede-eigendomsrecht ( 406) .926
f. Indeplaatsstelling van rechtswege ( 407) .926
g. Borgtocht ( 408) . 927
h. Verrijking zonder oorzaak ( 409-417) .927
1) Toepassingsvoorwaarden (409-415) . 927
a) Verrijking in causaal verband met verarming (410) . 928
b) Gebrek aan oorzaak (411-413) .928
c) Subsidiariteit (414-415) . 933 2) Begroting (416-417) . 934
§3. Overeenkomsten tussen (gewezen) feitelijk samenwonenden (418-422) . 935
Afdeling C. Samenwonenden en huur (423-425) . 937
Afdeling D. Beëindiging van de feitelijke samenwoning (426-433) . 938
§ 1. Vereffening-verdeling (426-429) . 938
§2. Uithuiszetting ( 430-431) .942
§3. Woonstvergoeding (432). 943
§4. Partneralimentatie (433) .943
Titel IV Alimentatie (434-578) . 945
Hoofdstuk I. Inleiding (434-438) .945
Hoofdstuk II. De gemeenrechtelijke onderhoudsverplichtingen voortvloeiend uit bloed- of aanverwantschap (439-446) .950
Afdeling A. Onderhoudsverplichtingen tussen bloedverwanten in de rechte lijn (439-445) .950
§1. Ouders en kinderen (439-444) .950
§2. Grootouders en kleinkinderen ( 445) .954
Afdeling B. Onderhoudsverplichting tussen schoonouders en schoonkinderen ( 446) .955
Hoofdstuk III. De bijzondere ouderlijke onderhoudsverplichtingen (447-500) 956
Afdeling A. Overzichten van rechtspraak . 956
Afdeling B. De verplichting van de ouders hun kinderen levensonderhoud, opvoeding en opleiding te verschaffen (447-497) . 956
§1. Grondslagen en kenmerken (447-458) .956
§2. Modaliteiten ( 459-490) .961
a. Begroting (459-478) .961
1) De middelen (459-460) .961
2) De gewone kosten (461-466) .962
3) De buitengewone kosten (467-473) . 966
4) Kinderbijslag, sociale en fiscale voordelen (474-478) .970
b. Indexering van rechtswege (479) .973
c. Betaling ( 480) .973
d. Ontvangstmachtiging (481) .974
e. Wijzigbaarheid (482-484) .974
f. Alimentatieovereenkomsten (485) . 976
g. Nihilbeding ( 486) .977
h. Duur ( 487) . 978 i. Verjaring (488-490) . 978
§3. Procedure (491-497) .979
a. Bevoegdheid (491-492) .979
b. Rechtsmiddelen ( 493-495) . 981
c. Uitvoerbaarheid bij voorraad ( 496) .983
d. Vorderingen gesteld door de minderjarige zelf ( 497) .984
Afdeling C. Onderhoudsverplichting van de waarschijnlijke vader ( 498- 499). 984
Afdeling D. Onderhoudsaanspraak van kinderen van de vooroverleden wettelijk samenwonende (500) .985
Hoofdstuk IV. De hulp- en bijdrageplicht tussen echtgenoten (501-521) .986
Afdeling A. Hulpplicht (501-519) .986
§ 1. Overzichten van rechtspraak .986
§2. Grondslagen en kenmerken (501-507) .986
§3. Begroting van de onderhoudsverplichting en methodiek (508- 513) .990
§4. Alimentatieovereenkomsten (514) .995 §5. Procedure (515-519) .996
a. Materiële bevoegdheid ( 515) .996
b. Temporele bevoegdheid (516) . 996
c. Territoriale bevoegdheid ( 517) . 996
d. Rechtsmiddelen (518-519) . 997 Afdeling B. Bijdrage in de lasten van het huwelijk (520-521).997
Hoofdstuk V. De uitkering ten aanzien van de ex-echtgenoot (522-563) .998
Afdeling A. Echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting van het huwelijk (522-553) .998
§ 1. Overzichten van rechtspraak .998
§2. Grondslagen en kenmerken (522-530) .998
§3. Geldingsduur (531-533) .1003
§4. Begroting van de uitkering en methodiek (534-544) 1004
§5. Modaliteiten (545-549) .1012
§6. Procedure (550-553) 1014
Afdeling B. Echtscheiding door onderlinge toestemming (554-563) 1016
§ 1. Overzichten van rechtspraak .1016
§2. Grondslagen en kenmerken (554-559) 1016
§3. Wijzigingen (560-561) 1019
§4. Uitvoering (562) .1020
§5. Procedure (563) .1020
Hoofdstuk VI. De onderhoudsverplichtingen tussen samenwonenden (564- 578) .1021
Afdeling A. Overzichten van rechtspraak . 1021
Afdeling B. Wettelijk samenwonenden (564-573) 1021
§1. Grondslagen en kenmerken (564-568) 1021
§2. Bevoegdheid en procedure (569-573) 1024
Afdeling C. Feitelijk samenwonenden (574-578) 1026
§1. Grondslagen en kenmerken (574-576) 1026
§2. Bevoegdheid en procedure (577-578) 1029
Titel V. Ouderlijk gezag, verblijf en recht op persoonlijk contact (579-701) .1031
Hoofdstuk I. Algemeen (579-592) .1031
Afdeling A. Wetswijzigingen (579-587) .1031 § 1. Bevoegdheid familierechtbank (579-580) .1031
§2. Voorkoming van internationale kinderontvoering (581) 1032
§3. Pleegzorg (582-586) 1033
§4. Registratie van een informatiegegeven betreffende de verdeelde huisvesting van minderjarigen (587) 1035
Afdeling B. Naslagwerken (588) 1036
Afdeling C. De wederzijdse plicht tot respect versus ouderlijke tuchtiging (589-590) 1036
Afdeling D. Titularissen van ouderlijk gezag (591-592) 1038
Hoofdstuk II. Gezag over de persoon van de minderjarige (593-662) . 1039
Afdeling A. Gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag met een verblijfsregeling (593-652) 1039
§1. Gezamenlijke gezagsuitoefening (593-610) 1039
a. Toepassing van het principe van de gezamenlijke gezagsuitoefening (593-594) 1039
b. Vermoeden van instemming en bevoegdheid om in eigen naam op te treden voor handelingen verband houdend met het ouderlijk gezag (595-598) 1040
c. Geschillen omtrent belangrijke beslissingen (599-610) 1042
1) Levensbeschouwelijke opvoeding van het kind (600-601) . 1043
2) Schoolkeuze van het kind (602-605) 1044
3) Gezondheid en medische ingrepen ( 606) .1047
4) Vrijetijdsbesteding (607) . 1048
5) Woonplaats van het kind en verhuis naar het buitenland (608-610) 1048
§2. Verblijfsregeling (611-652) 1051
a. Akkoord over verblijf (612) .1051
b. Herziening gehomologeerde verblijfsregeling (613-614) . 1052
c. Geen akkoord over verblijf: gelijkmatig verdeeld verblijf als bij voorrang te onderzoeken verblijfsregeling (615-617) 1054
d. Taak van de rechter en beschikkingsbeginsel ( 618-620) .1056
e. Beslissingscriteria ( 621-641) .1058
1) Algemeen (621-622) 1058
2) Leeftijd van het kind (623-625) 1059
3) Afstand tussen de woonplaatsen van de ouders (626-628) .1061
4) Verontrustend gedrag van een ouder (629) 1064
5) Onbeschikbaarheid van een ouder (630-633) 1065
6) Communicatieproblemen (634-635) 1067
7) Verblijf van broers en zussen (636) 1068
8) Stabiliteit en continuïteit ( 63 7) .1068
9) Mening van het kind (638-641) 1069
f. Organisatie gelijkmatig verdeeld verblijf ( 642-645) .1071
g. Organisatie ongelijkmatig verdeeld verblijf ( 646-652) .1072
Afdeling B. Uitsluitende uitoefening van het ouderlijk gezag en recht op persoonlijk contact (653-662) 1077
§ 1. Uitsluitende gezagsuitoefening ( 653-655) .1077
§2. Recht op persoonlijk contact (656-662) 1080
a. Taak van de rechter en beschikkingsbeginsel (657-658) 1081
b. Beoordeling recht op persoonlijk contact (659-660) .1082
c. Organisatie recht op persoonlijk contact ( 661-662) .1083
Hoofdstuk JIJ. Rechten omtrent het vermogen van de minderjarige (663-671) 1085
Afdeling A. Algemeen (663-664) 1085
Afdeling B. Rekening en verantwoording (665-666) 1085
Afdeling C. Vertegenwoordiging van de minderjarige (667-671) 1086
§ 1. Handelingsonbekwaamheid van de minderjarige (667-668) . 1086
§2. Machtigingsvereiste voor gewichtige handelingen (669-671) . 1087
Hoofdstuk IV. Recht op persoonlijk contact (672-681) . 1090
Afdeling A. Grootouders ( 673-677) .1090
§ 1. Beoordeling recht op persoonlijk contact (673-675) . 1090
§2. Organisatie recht op persoonlijk contact (676-677) 1093
Afdeling B. Andere contactgerechtigden ( 678-681) .1094
Hoofdstuk V. Procedure (682-696) . 1097
Afdeling A. Rechtspleging voor de familierechtbank in gedingen over ouderlijk gezag, verblijf en recht op persoonlijk contact ( 682-686) .1097
Afdeling B. Sanctionering van de niet-naleving van een verblijfsregeling of contactrecht (687-696) . 1100
§ 1. Nieuwe beslissing ( 687-689) . 1100
§2. Dwangmaatregelen en dwangsom (690-693) . 1101
§3. Misdrijf niet-afgifte van het kind (694-696).1103
Hoofdstuk VI. Ontzetting uit het ouderlijk gezag (697-701) .1106
Het ouderlijk gezag omvat de volgende componenten sinds de wet van 13 april 1995:
1. Het recht op eerbied en ontzag
2. Het recht op persoonlijk contact
3. Het gezag over de persoon van de minderjarigen inhoudende:
het recht van bewaring bestaande uit het recht van materiële bewaring en van zorg
het beslissingsrecht inzake fundamentele opties
het recht van toezicht op de opvoeding door de andere ouder
4. Het beheer over de goederen en de vertegenwoordigingsbevoegdheid
5. Het gerucht genot van de goederen
6. De prerogatieven van de ouders met betrekking tot de staat van de persoon van de minderjarigen
de wet maakt een onderscheid tussen ouders die samenwonen en die niet samenwonen maar maakt geen verschil tussen ouders die al dan niet met mekaar gehuwd zijn waarbij dus zowel de gehuwde als de ongehuwde ouders worden gelijkgesteld bij de uitoefening van het ouderlijk gezag.
Wanneer de ouders samenleven wordt het ouderlijk gezag samen uitgeoefend. Het is dus verkeerd te stellen dat een ouder het ouderlijk gezag uitoefent namens de andere of dat de beslissing van een oudere verondersteld wordt de instemming van de anderen zomaar mee te dragen. Er bestaat zoiets niet als een gezinshoofd.
Wanneer de ouders niet samenleven zal in de regel het ouderlijk gezag ook gezamenlijk worden uitgeoefend, dit in tegenstelling tot vroeger waarbij de ouder bij wie het kind hoofdzakelijk verbleef drager was van het ouderlijk gezag en de andere ouder ontzegd was van deze rechten en zich moest tevredenstellen met het bezoekrecht. Enkel in zeer uitzonderlijke omstandigheden kan nog worden teruggegrepen naar de exclusieve uitoefening van het ouderlijk gezag door een van de ouders en dit slechts door een zeer gemotiveerde beslissing.
Nu is het voor heel wat ouders een moeilijke taak om steeds overeen te komen met betrekking tot de beslissingen inzake de kinderen. In dit geval is er voorzien in de bevoegdheid van de rechtbank die kan oordelen ofwel geval per geval maar ook dan de keuze heeft om bij aanhoudende incidenten dienaangaande de uitsluitende uitoefening van het ouderlijk gezag aan één van de ouders toe te kennen. Het zou immers niet werkzaam zijn dat voor elke belangrijke beslissing de rechter opnieuw en opnieuw dient gevat te worden om tussenbeide te komen.
Maar ook de ouder die het ouderlijk gezag niet uitoefent beschikt over bijzondere rechten, zoals het recht om bij derden alle nuttige informatie in te winnen omtrent de opvoeding van het kind, hetgeen betekent dat ook de ouder die het ouderlijk gezag niet uitoefent bijvoorbeeld het recht geeft om alle inlichtingen van de school van het kind te krijgen, alle inlichtingen van de behandelende geneesheer te krijgen, maar ook inlichtingen kan bekomen bij elke overheidsadministratie of financiële instelling of een ieder die kennis heeft over bepaalde nuttige informatie met betrekking tot het kind. Indien deze derde aan wie de inlichtingen worden gevraagd weigert deze informatie te verschaffen op grond van de verkeerde overtuiging dat de vragen niet bekleed is met het ouderlijk gezag, dan kan deze ouder zich wenden tot de jeugdrechtbank om deze informatie te bekomen (374 4° lid 387 bis burgerlijk wetboek).
Ook kinderen hebben rechten ten aanzien van hun ouders.
Zo kunnen zij zelfstandig hun persoonlijkheid rechten uitoefenen en rond de rechten tegenover hun ouders;
zo hebben zij een hoorrecht voor de jeugdrechtbank vanaf 12 jaar en voor de andere rechtbanken van zodra er geoordeeld wordt dat zij beschikken over de nodige onderscheidingsvermogen;
zo kunnen zij zelf een onderhoudsuitkering vorderen wanneer de ouders hun verplichtingen tot onderhoud niet vrijwillig nakomen
hiertegenover staat de plicht van het kind zich te onderwerpen aan het ouderlijk gezag behoudens indien het voor de leeftijd van 18 jaar (de meerderjarigheid) ontvoogd wordt en is het kind levenslang respect verplicht aan zijn ouders.