Quantcast
Channel: Advocatenkantoor Elfri De Neve - Goede raad is goud waard - Advocatenkantoor Elfri De Neve
Viewing all articles
Browse latest Browse all 3409

Overschrijding redelijke termijn geen verval van strafvordering

$
0
0
Instantie: Hof van Cassatie
Datum van de uitspraak: 
din, 09/12/1997
A.R.: 
P960448N

Wanneer de feitenrechter vaststelt dat de verdachte niet is berecht zonder onredelijke vertraging, zoals vereist door art. 14.3, aanhef en c, IVBPR, of dat de in art. 6.1 EVRM bedoelde redelijke termijn is overschreden, mag hij de strafvordering op deze grond niet onontvankelijk of vervallen verklaren; wanneer hij regelmatig vaststelt dat de schending van de verdragsbepalingen zo buitensporig is dat ook de minimumstraf zelfs met uitstel geen passend herstel zou vormen, kan hij volstaan met een schuldigverklaring.

Publicatie
tijdschrift: 
Rechtskundig Weekblad
Uitgever: 
intersentia
Jaargang: 
1998-1999
Pagina: 
14
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

HET HOF,

Gelet op het bestreden arrest, op 4 maart 1996 door het Hof van Beroep te Gent gewezen;

A. In zoverre de voorziening gericht is tegen de beslissing op de strafvordering, die tegen verweerster is ingesteld wegens de telastleggingen C en E, en tegen de beslissingen op de burgerlijke rechtsvorderingen die op voornoemde telastleggingen gegrond zijn :

Overwegende dat eiser geen hoedanigheid heeft om zich tegen die beslissingen in cassatie te voorzien;

Dat de voorziening niet ontvankelijk is;

Noot: 

• J. ROZIE «Schuldigverklaring bij overschrijding van de redelijke termijn»., RW 1998-1999, 2

• Lambrechts, F., «De achterstand in gerechtszaken en de rechten van de mens», R.W., 1984-85, 791;

• Defourny, P., «L‘article 6 de la convention européenne des droits de l‘homme et des libertés fondamentales et le délai raisonnable, un argument... déraisonnable?», J.L.M.B., 1987, 7;

• Caeymaex, J., «Observations», J.L.M.B., 1987, 1022;

• Lemmens, P., «De invloed van het Europees verdrag over de rechten van de mens op bepaalde aspecten van de strafprocedures in België», R.W., 1988-89, (793), 807, nr. 40;

• De Nauw, A. en Vandebotermet, M., «De gevolgen van de overschrijding van de ‘redelijke termijn‘ van artikel 6.1. E.V.R.M.», R.W., 1988-89, 1281;

• De Swaef, M., «De redelijke verjaringstermijn», in Liber Amicorum M. Châtel, Antwerpen, Kluwer, 1991, 117;

• Masset, A., «La sanction, en procédure pénale, du dépassement du ‘délai raisonnable‘ de l‘article 6, paragraphe premier, de la Convention européenne des droits de l‘Homme», J.L.M.B., 1992, 782 en 984;

• Verstraeten, R., Handboek strafvordering, Antwerpen, Maklu, 1994,366;

• Traest, Ph., «Einde van de ontvankelijkheidssanctie bij overschrijding van de redelijke termijn?, T.G.R., 1994; 126;

• Arnou, L., «Is er nog toekomst voor de onontvankelijkheid van de strafvordering als sanctie van het overschrijden van de redelijke termijn in strafzaken?», A.J.T., 1995-96, 548.

• Velu, J., en Ergec, R., v° Convention européenne des droits de l‘homme, R.P.D.B., Compl. VII, nr. 529;

• Declercq, R., Beginselen van strafrechtspleging, Antwerpen, Kluwer, 1994, nr. 1108).

• Dedullen, X., Mosseray, W., en Tilleman, B., «Gevolgen van de overschrijding van de redelijke termijn voor de berechting in strafzaken», Jura Falconis, 1986-87, (111), 113.

Gerelateerd

lees verder


Viewing all articles
Browse latest Browse all 3409