Een nietig het contract wordt geacht nooit te hebben bestaan.
De terugwerkende kracht van de nietigverklaring doet vanaf het ogenblik van de nietigverklaring voor contractpartijen nieuwe verbintenissen ontstaan. Zij dienen elkaar wederzijds terug te geven wat in uitvoering van de nietige overeenkomst werd gepresteerd. Deze teruggave dient in principe in natura te gebeuren en als dit niet mogelijk is bij equivalent in de vorm van een plaatsvervangende schadevergoeding.
De nietigheid van de overeenkomst heeft in principe de restitutio in integrum (de integrale teruggave) tot gevolg. De contractanten moeten worden teruggeplaatst in de toestand waarin ze zich zouden bevinden ware de overeenkomst nooit gesloten. Zij kunnen bijgevolg hetgeen ter uitvoering van de nietige overeenkomst werd gepresteerd terugvorderen op grond van art. 1235 en 1376 B.W. De restitutie geschiedt in natura. Wanneer dit niet meer mogelijk is door en equivalente vergoeding.
Let wel de restitutie en de schadevergoeding in het burgerlijk recht bij nietige overeenkomsten zijn totaal verschillend van de nietigheidsleer van het gerechtelijk wetboek.