Een niet regelmatig goedgekeurde doorhaling in een akte van strafrechtspleging wordt als niet bestaande wordt beschouwd, zulks niet krachtens de artikelen 15 en 16 van de wet van 16 maart 1803 (25 ventôse jaar XI) op het notarisambt maar wel krachtens het artikel 78 van het Wetboek van Strafvordering, dat van toepassing is op alle authentieke akten van de strafrechtspleging.
Uittreksel wetboek strafvordeing:
" Art. 78. Er mag niet tussen de regels geschreven worden; doorhalingen en verwijzingen worden door de onderzoeksrechter, door de griffier en door de getuige goedgekeurd en getekend, op straffe van wat in het vorige artikel bepaald is. Het tussen de regels geschrevene, de niet goedgekeurde doorhalingen en verwijzingen worden als niet bestaande beschouwd."
Cass. 09/01/1996, RW 1996-1997, 300, met noot Mike Gelders, Doorhaling en akten van rechtspleging
De S. t/ C. e.a.
Gelet op het bestreden arrest, op 14 februari 1995 door het Hof van Beroep te Gent gewezen;
...