Quantcast
Channel: Advocatenkantoor Elfri De Neve - Goede raad is goud waard - Advocatenkantoor Elfri De Neve
Viewing all articles
Browse latest Browse all 3409

Onderzoekshandeling definitie

$
0
0

Onderzoekshandelingen in de zin van artikel 24, vierde lid, Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering zijn alle door een bevoegd persoon gestelde daden van onderzoek die ertoe strekken gegevens te verzamelen of het dossier op de gebruikelijke wijze samen te stellen en de zaak in staat van wijzen te brengen; de rechter oordeelt onaantastbaar over de noodzaak, de raadzaamheid en de gepastheid van bijkomende onderzoekshandelingen zoals het persoonlijk horen van de beklaagde en daartoe kan hij krachtens de artikelen 152, § 2 en § 3, en 185, § 2 en § 3, Wetboek van Strafvordering diens persoonlijke verschijning bevelen of in voorkomend geval een bevel tot medebrenging uitvaardigen; zulke bevelen uitgaande van de rechtbank die oordeelt over een lastens een beklaagde ingestelde strafvordering zijn bijkomende onderzoekshandelingen in de zin van artikel 24, vierde lid, Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering zodat het uitstel van behandeling van de zaak door het vonnisgerecht met het oog op de uitvoering daarvan de verjaring van de strafvordering schorst.

Rechtspraak:

Cass. 24/11/2015, AR P.14.0722.N

Rechtspraak: 
Rechtspraak:
 
• Hof van Beroep te Antwerpen, Kamer van inbeschuldigingstelling – 30 april 2015, RW 2016-2017, 312, met Noot, Bart De Smet, Toelaatbaarheid van een verzoekschrift-Franchimont ingediend door verschillende partijen
NV G.C. e.a.
1. Antecedenten en bestreden beschikking
1.1. Verzoekers, in hun hoedanigheid van burgerlijke partijen, richtten overeenkomstig art. 127 Sv. een verzoek aan de onderzoeksrechter tot het uitvoeren van bijkomende onderzoekshandelingen. (...).
...
1.3. Door de onderzoeksrechter werd het verzoek afgewezen bij beschikking van 10 maart 2015, die op 11 maart 2015 werd ter kennis gebracht aan verzoekers en aan hun raadsman.
1.4. Verzoekers stelden hoger beroep in op 23 maart 2015.
...
3. Beoordeling
3.1. Het hoger beroep, regelmatig naar vorm en termijn, is ontvankelijk.
3.2. De zogenaamde procedures-Franchimont, o.a. de verzoeken op grond van art. 61ter, 61quater en 61quinquies Sv., zijn in essentie eenzijdige verzoeken. Zij belangen een individuele partij aan en dienen bijgevolg uit te gaan van één enkele partij.
Een verzoekschrift ingediend door verschillende partijen, voldoet in de regel niet aan die wettelijke voorwaarde. De desbetreffende wetsbepalingen vermelden tekstueel steeds “verzoeker”, derhalve één enkele partij.
De verzoekschriften-Franchimont vormen een uitzondering op het geheim en niet-contradictoir karakter van het gerechtelijk onderzoek. Het gezamenlijk indienen van dergelijke verzoeken doorkruist derhalve die principes. Het belang van de waarheidsvinding en van het geheim van het gerechtelijk onderzoek impliceert dat een partij niet onmiddellijk moet weten welke onderzoekshandeling een andere partij benaarstigt of welke onderzoekshandelingen werden bevolen op verzoek van een andere partij.
Het is bovendien niet aan de onderzoeksgerechten om uit te zoeken of een gevraagde bijkomende onderzoekshandeling betrekking heeft op de ene dan wel op de andere verzoeker. Enkel een onderzoekshandeling die nuttig is voor een bepaalde partij, kan worden toegestaan (L. Huybrechts, “Twee jaar Franchimont” in CBR Jaarboek 2000-2001, Antwerpen, Maklu, 2001, 138 en de aldaar vermelde rechtspraak).
3.3. Het verzoekschrift is derhalve onontvankelijk.
 
Gerelateerd

lees verder


Viewing all articles
Browse latest Browse all 3409