Uit de artikelen 32.1, 32.1.b en 32.2 CMR kan niet worden afgeleid dat een schriftelijke vordering die werd ingesteld voordat de verjaring is beginnen lopen geen schorsende werking heeft, met dien verstande dat deze schorsing slechts uitwerking krijgt vanaf het ogenblik dat de verjaringstermijn een aanvang neemt.
AR nr. C.15.0352.N
NV E.E.C. t/ Vennootschap naar vreemd recht D.P.
I. Rechtspleging voor het Hof
Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen van 23 maart 2015 op verwijzing na het arrest van het Hof van 7 december 2012.
...
III. Beslissing van het Hof
Beoordeling
1. Krachtens art. 32.1 CMR verjaren de rechtsvorderingen, waartoe een aan dit Verdrag onderworpen vervoer aanleiding geeft, in beginsel, door verloop van een jaar.