De niet-ontvankelijkheid van de oorspronkelijke vordering staat er niet aan in de weg dat de rechter voor wie een gewijzigde of uitgebreide vordering aanhangig is, zich over alle punten van die vordering dient uit te spreken.
(C.V.M. BVBA / B.L. - Rolnr.: C.16.0109.N)
I. Rechtspleging voor het Hof
Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Gent van 11 september 2015.
Sectievoorzitter Alain Smetryns heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal André Van Ingelgem heeft geconcludeerd.
II. Cassatiemiddelen
De eiseres voert in haar verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, twee middelen aan.
Van Schel, S., « Over de invloed van een onontvankelijke oorspronkelijke vordering op de uitgebreide of gewijzigde vordering », R.A.B.G., 2017/6, p. 456-459
Rechtsleer:
• Rudy Verbeke, Autonome tussenvorderingen ontsnappen wat hun lot betreft, aan het lot van de hoofdvordering, RABG, 2012/11, 739.
• S. Cnudde, “Tussengeschillen voortvloeiende uit de wijziging van de aanspraken van de partijen en uit de creatie van nieuwe procesverhoudingen” in X, Bestendig handboek burgerlijk procesrecht, Mechelen, Kluwer, 2007, VII.3-15
• S. Mosselmans, “Art. 807 Ger.W.” in X, Gerechtelijk recht. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 28.
Eric Brewaeys, onontvankelijk hoofdvorderingen leidt niet automatisch tot onontvankelijk van de tussen vordering, de Juristenkrant, 22 februari 2017 pagina zes.
De auteur bespreekt een arrest van het Hof van Cassatie van 25 maart 2016 met nummer C. 160109N.
Vorderingen die door de rechtbank onontvankelijk worden verklaard, impliceren niet dat tussen vorderingen in dezelfde procedure gesteld, eveneens onontvankelijk zouden zijn. Dit is niet alleen zo ten aanzien van tegenvorderingen, naar ook voor de uitgebreide vorderingen. Zo kan een eiseres in een procedure haar hoofdeis onontvankelijk verklaard zien waarbij de rechter toch uitspraak doen over de tegeneis en zo kan een verweerder erin slagen om een hoofdeis onontvankelijk te laten verklaren, zonder er hierbij in te slagen om de vordering door de eiser op uitbreiding gesteld op grond van artikel 807 van het gerechtelijk wetboek eveneens onontvankelijk te zien en horen verklaren.
De auteur besluit dat de oude stelling: “de greffer une branche vivante sur un arbre mort” niet meer van deze tijd is.