Sinds de inwerkingtreding van de wet van 19 oktober 2015 (BS 22 oktober 2015 de zogenaamde Potpourri I-wet) dient de rechtbank de ontvankelijkheid van de vordering te beoordelen, alvorens over te gaan tot het bevelen van een onderzoeksmaatregel.
Artikel 875bis, eerste lid Ger.W.: “Behalve wanneer de maatregel betrekking heeft op het vervuld zijn van een ontvankelijkheidvoorwaarde, kan de rechter een onderzoeksmaatregel slechts bevelen nadat de betrokken vordering ontvankelijk werd verklaard.”
De vordering wegens licht verborgen gebreken dient ingesteld te worden binnen een redelijke termijn.
“De proceduretermijn is de concrete termijn waarbinnen de opdrachtgever (in dit geval de hoofdaannemer) na de ontdekking van een 'licht' verborgen gebrek een aansprakelijkheidsvordering in rechte moet instellen tegen de (in dit geval onder)aannemer van de werken of diensten op grond van diens gemeenrechtelijke aansprakelijkheid voor dat verborgen gebrek.” (K. Uytterhoeven, “De contractuele aansprakelijkheid” in K. Deketelaere, M. Schoups en A.-L. Verbeken, Handboek Bouwrecht, Antwerpen, Intersentia, 2013, 632).
De redelijke termijn is een proceduretermijn hetgeen de ontvankelijkheid van de vordering betreft.
Deze termijn neemt een aanvang op het ogenblik dat de opdrachtgever het bestaan van het gebrek ontdekt of had moeten ontdekken.
(M.D.K. BVBA / H-T.E. NV, A.T.S. BVBA, H.HVAC NV - Rolnrs.: A/12/5249, A/15/12477)
De zaak werd ingeleid bij dagvaarding betekend op 11 juni 2012.
Bij tussenvonnis van 15 februari 2013 werd gerechtsdeskundige E.G. aangesteld.
Bij dagvaarding in tussenkomst en op rechtstreekse eis van de NV H.-T.E. van 18 november 2015 werd het architectenbureau T.S. in het geding betrokken;
Huidige betwisting heeft betrekking op de dagvaarding in tussenkomst en vrijwaring uitgebracht door de BVBA M.D.K. tegen haar onderaannemer de NV H.HVAC.
Het deskundigenonderzoek na Potpourri I: enkele tendensen” van de hand van Jachin Van Donink