Quantcast
Channel: Advocatenkantoor Elfri De Neve - Goede raad is goud waard - Advocatenkantoor Elfri De Neve
Viewing all articles
Browse latest Browse all 3409

Rechtstreekse vordering IPR

$
0
0
Plaats van uitspraak: Antwerpen
Instantie: Rechtbank van Koophandel
Datum van de uitspraak: 
woe, 08/10/2014

Wanneer de wetgever in een mechanisme van rechtstreekse vordering voorziet, verleent hij aan een derde persoon bij een overeenkomst een eigen en persoonlijk recht dat die persoon uit die overeenkomst put en uitoefent ten aanzien van de schuldenaar van zijn eigen schuldenaar.

De rechtstreekse vordering behelst dus steeds de uitoefening door een derde van een recht dat voortspruit uit een overeenkomst. Het voorwerp van de vordering van B. is de contractuele prestatie die T. aan B.B. verschuldigd is. In die zin gaat het om contractuele verbintenissen.

De vraag is of dit standpunt verzoend kan worden met de enge definitie die het Hof van Justitie aan het begrip “contractuele verbintenissen” heeft gegeven. In het arrest Handte omschreef het Hof dit begrip als “een verbintenis die een partij vrijwillig heeft aangegaan jegens een andere” (arrest van 17 juni 1992, C-26/91, punt 15). Uit deze omschrijving zou men kunnen afleiden dat de contractpartijen en procespartijen steeds zouden moeten samenvallen en dat de toepassing van artikel 5, 1. EEX-Verord. niet openstaat voor een derde bij de initiële overeenkomst.

In het latere arrest Frahuil van 5 februari 2004 (C-265/02) lijkt het Hof dit identiteitsvereiste te hebben bijgesteld (zie B. Volders, Afgebroken contractonderhandelingen in het internationaal privaatrecht, Gent, Larcier, 2008, 69-72, nrs. 1l8-127).

Uit de punten 25 en 26 van dit arrest leidt de rechtbank af dat de toepassing van artikel 5, 1. EEX-Verord. zich ook uitstrekt tot aanspraken van derden die voortspruiten uit de hoofdovereenkomsten voor zover de tussenkomst van die derde door de partijen bij de hoofdovereenkomst kon worden voorzien.

Publicatie
tijdschrift: 
RABG
Uitgever: 
Larcier
Jaargang: 
2015/12
Pagina: 
897
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

(B.B. BVBA / BV, M.M. BV en HDI.G.V. NV)

(En inzake B. BV / T. BV)

(…)

Het geschil tussen B. en T.
14. Partijen twisten over de internationale rechtsmacht van de rechtbank om kennis te nemen van de rechtstreekse vordering die B. o.g.v. artikel 1798 BW tegen T. heeft ingesteld via dagvaarding van 31 oktober 2012. Ook stelt zich de vraag naar welk recht dan wel van toepassing is op deze vordering.

Noot: 

Volders, B., « De rechtstreekse vordering in het internationaal privaatrecht », R.A.B.G., 2015/12, p. 900-902

Gerelateerd

lees verder


Viewing all articles
Browse latest Browse all 3409