De voorgestelde kredietformule, het zogenaamde "beleggerskrediet" had het voordeel dat de lener niet al zijn kapitaal diende te investeren in de bouw. Immerseendeel van het op te bouwen kapitaal zou bekomen worden door de opbrengst van een een investeringsfonds, waarvan de ontwikkeling van het kapitaal in dit fonds zou kunnen worden gebruikt om het krediet terug te betalen.
Zo zouden de leners geen maandelijkse kapitaalsaflossingen uit te voeren voor het door het fonds "gewaarborgde" deel, met aldus een snellere terugbetaling en een korte looptijd van het contract "open lifes values", door aanwendingen van gegenereerde meerwaarden indien de markt positief zou evolueren.
Het is noodzakelijk dat de bank de klant correct informeert over alle aspecten van dit krediet, met inbegrip van de onzekerheden die inherent zijn aan dit soort verzekeringscontracten.
Immers te dezen werd vastgesteld:
De kredietnemer beschikte op het ogenblik van de ondertekening van de kredietovereenkomst
• over de nodige informatie over de kredietovereenkomst, e
• over de samenstelling van het beleggingsfonds.
De kredietgever gaf door hem opgestelde simulaties over het gewenste rendement. Deze bleken geen resultaatsverbintenis in te houden en waren ten loutere informatieve titel.
Bleek dust dat de kredietgever zich niet verbonden had tot het behalen van een verplicht maandelijks rendement.
Aldus kwam het hof van beroep te Brussel tot de conclusie dat de kredietgever zich had gedragen als een normaal, zorgvuldig kredietgever, zich had gekweten van zijn informatie- en raadgevingsplicht en er hem geen enkel fout kon verweten worden.
(S.D., S.M. / Belfius Banque SA)
(Advocaten: Mr. S. Saintrond en Mr. A.-P. Dumont loco Mr. J.-P. Buyle)
Vu les pièces de la procédure, et notamment:
Vannerom, J., « De terugbetaling van een krediet via investeringen in een beleggingsfonds. “Informed consent” als grens van de informatie- en raadgevingsplicht van de kredietgever », R.A.B.G., 2014/16, p. 1092-1098