Krachtens art. 1122 BW zijn de algemene rechtverkrijgenden gebonden door de daden van hun rechtsvoorganger, tenzij het tegendeel uitdrukkelijk is bepaald of uit de aard van de overeenkomst voortvloeit.
Uit deze bepaling volgt dat zij niet gebonden zijn door een daad van die rechtsvoorganger wanneer zij tegen die daad een eigen recht kunnen aanvoeren dat hun door de wet is toegekend en waaraan die daad afbreuk doet.
Luidens art. 595, tweede lid BW is verhuring door de vruchtgebruiker alleen voor langer dan negen jaar, ingeval het vruchtgebruik ophoudt, ten aanzien van de blote eigenaar slechts verbindend voor de tijd die nog overblijft hetzij van de eerste periode van negen jaar, indien partijen zich nog daarin bevinden, hetzij van de tweede periode, en zo verder, op zo’n wijze dat de huurder enkel recht heeft op het genot gedurende de gehele periode van negen jaar waarin hij zich bevindt.
Deze wetsbepaling geeft de blote eigenaar, die bij het eindigen van het vruchtgebruik eigenaar is geworden, het recht te vorderen dat de duur van de huurovereenkomst verminderd wordt tot de duur van de periode van negen jaar die bij het eindigen van het vruchtgebruik was ingegaan, zelfs als de huurovereenkomst onderworpen is aan de Pachtwet, zonder dat hij gebonden is door de in die wet bepaalde grond- en vormvoorwaarden en zonder dat de huurder zich hiertegen kan verzetten op grond van art. 4, tweede lid van de voormelde wet.
Uit de samenhang van deze bepalingen volgt dat de verhuring door de vruchtgebruiker alleen voor langer dan negen jaar de rechtverkrijgende onder algemene titel van die vruchtgebruiker slechts bindt binnen de grenzen bepaald bij art. 595, tweede lid BW.
Dit is ook het geval wanneer de verhuurder, die een onverdeeld aandeel van het verhuurde goed in zijn bezit heeft en de vruchtgebruiker van het andere onverdeelde aandeel van dat goed is, alleen een dergelijke huurovereenkomst heeft gesloten.
AR nrs. C.12.0406.F en C.12.0573.F
R.C. t/ LV F.C.
I. Rechtspleging voor het Hof
De cassatieberoepen zijn gericht tegen een vonnis in hoger beroep van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Doornik van 16 april 2012.
...
III. Beslissing van het Hof
Beoordeling
Voeging van de cassatieberoepen
De cassatieberoepen zijn gericht tegen hetzelfde vonnis. Er bestaat grond tot voeging.
...
Het cassatieberoep dat op de algemene rol is ingeschreven onder nr. C.12.0406.F
Eerste middel
Eerste onderdeel