De afschaffing van de verplichte persoonlijke verschijning in echtscheidingszaken door de wet van 5 april 2011 brengt mee dat, overeenkomstig artikel 757, § 2, eerste lid, 11° Ger.W., de verslagen en pleidooien inzake echtscheiding ten gronde voortaan opnieuw in openbare terechtzitting verlopen, tenzij de echtgenoten toch in persoon zouden verschijnen, hetzij spontaan hetzij na bevel van de rechter, in welk geval de behandeling in raadkamer dient te gebeuren (P. Senaeve, “Afschaffing van de verplichte persoonlijke verschijning in de echtscheidingsprocedure”, T.Fam. 2011, 210, nr. 9).
Aldus kan met vertegenwoordiging door een advocaat worden gescheiden.
Lopende de procedure mag verondersteld dat de advocaat een wil om te scheiden correct heeft te kennen gegeven. De wil wordt behoudens tegenbewijs verondersteld volwaardige en vrij van gebreken te zijn.
Louter beweren dat een advocaat buiten zijn mandaat handelde is gratuit en wordt niet door de rechtbank aangenomen, behoudens in de procedure ontkentenis proceshandeling.
Het vermoeden dat de advocaat van binnen zijn mandaat handelde (art. 440, tweede lid Ger.W.), geldt tot he bewijs van tegendeel.(J. Laenens et al., Handboek gerechtelijk recht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 514, nrs. 1248-1249).
Een ter terechtzitting vagelijk beweerde en hoe dan ook onbewezen verzoening verhindert niet dat de rechter de echtscheiding uitspreekt.
1. Bij vonnis van 15 oktober 2015 spreekt de 18de familiekamer van de rechtbank van eerste aanleg te Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, (…) (mede met toepassing van art. 1255, § 2 Ger.W.) de echtscheiding tussen de partijen uit gelet op de onherstelbare ontwrichting van het op 1 maart 1986 in Somalië te Mogadishu gesloten huwelijk (art. 229, § 3 BW). De daartoe bij dagvaarding van 27 augustus 2014 geïnitieerde procedure ging uit van M.S.G., die tegelijk voor de kortgedingrechter voorlopige maatregelen in de zin van (het oude) artikel 1280 Ger.W. nastreefde.
Steven Brouwers, De verschillende gezichten van de verzoening tijdens een echtscheidingprocedure, R.A.B.G., 2016/15, p. 1126-1135