De omstandigheden dat tussen een verrichting van een vennootschap en haar statutair doel geen verband bestaat en dat een verrichting uitsluitend werd gesteld met het oog op een belastingvoordeel, sluiten bijgevolg niet uit dat de inkomsten en opbrengsten die het resultaat zijn van deze verrichting, als bedrijfsinkomsten worden aangemerkt.
AR nr. F.14.0080.N
NV S. t/ Belgische Staat, minister van Financiën
I. Rechtspleging voor het Hof
Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen van 29 oktober 2013.
...
III. Beslissing van het hof
Beoordeling
Eerste middel
• Fiscoloog VAN CROMBRUGGE, Stefaan; Noot 'Cassatierechtspraak over beroepskosten: minder spectaculair dan ze lijkt' 2015, nr. 1438, p. 1-4.
• Fiscale Actualiteit [Fisc.Act.] GNEDASJ, Svjatoslav; Noot 'Kostenaftrek: Cassatie ontmantelt de bom van artikel 49' 2015, nr. 27, p. 1-8.
• Rechtspraak Antwerpen Brussel Gent [RABG] HEEREN, Philippe; Noot 'Maatschappelijk doel en beroepskosten, einde van een gedwongen huwelijk' 2015, nr. 19, p. 1361-1368.
Zie ook Cass. 12/06/2015, juridat, met noot Fiscale Actualiteit [Fisc.Act.] GNEDASJ, Svjatoslav; Noot 'Kostenaftrek: Cassatie ontmantelt de bom van artikel 49' 2015, nr. 27, p. 1-8.
samenvatting
De appelrechter die de realiteit van de verwerving van obligaties door de vennootschap, van de uitbetaling van de winst en van de bronheffing niet in vraag stelt, vermag op grond van de enkele vaststelling dat de operatie niet valt binnen het statutair doel van de vennootschap, niet te oordelen dat de verwerving van deze obligaties geen verband houdt met de beroepswerkzaamheid zodat niet voldaan is aan de vereisten voor de aftrekbaarheid van het forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting, nu uit de aard van een handelsvennootschap voortvloeit dat al haar activa noodzakelijk voor haar uitgevoerde bedrijvigheid worden aangewend.
tekst arrest
GROEP TERRYN nv, met zetel te 8890 Moorslede, Nieuwstraat 8,
eiseres,
vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Quatre Brasstraat 6, waar de eiseres woonplaats kiest,
tegen
BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt de gewestelijke directeur der Directe Belastingen te Brugge, met kantoor te 8000 Brugge, Gustaaf Vincke-Dujardinstraat 4,
verweerder,
vertegenwoordigd door mr. Geoffroy de Foestraets, advocaat bij het Hof van Cassatie, en bijgestaan door mr. Stefan De Vleeschouwer, advocaat bij de balie te Brussel, beiden met kantoor te 1000 Brussel, Dalstraat 67, waar de verweerder woonplaats kiest.
I.RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Gent van 25 maart 2014.
Advocaat-generaal Dirk Thijs heeft op 27 april 2015 een schriftelijke conclusie neergelegd.
Afdelingsvoorzitter Eric Dirix heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal Dirk Thijs heeft geconcludeerd.
II.CASSATIEMIDDEL
De eiseres voert in haar verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, een middel aan.
III.BESLISSING VAN HET HOF
Beoordeling
Tweede onderdeel
1.Ingevolge artikel 285 WIB92 wordt met betrekking tot inkomsten van roe-rende goederen en kapitalen, een forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting verrekend met de belasting voor zover die inkomsten in het buitenland werden onderworpen aan een gelijkaardige belasting als de personenbelasting, de ven-nootschapsbelasting of de belasting van niet-inwoners, en voor zover de desbe-treffende goederen en kapitalen voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid in België worden gebruikt.
2.Uit de aard van een handelsvennootschap vloeit voort dat al haar activa noodzakelijk voor haar uitgevoerde bedrijvigheid worden aangewend.
3.De appelrechter die de realiteit van de verwerving van de obligaties door de eiseres, van de uitbetaling van de winst en van de bronheffing niet in vraag stelt, vermocht op grond van de enkele vaststelling dat de operatie niet valt binnen het statutair doel van de vennootschap, niet te oordelen dat de verwerving van deze obligaties geen verband houdt met de beroepswerkzaamheid zodat niet voldaan is aan de vereisten voor de aftrekbaarheid van het forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting.
Het onderdeel is gegrond.
Dictum
Het Hof,
Vernietigt het bestreden arrest.
Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het vernietigde arrest.
Houdt de kosten aan en laat de beslissing daaromtrent over aan de feitenrechter.
Verwijst de zaak naar het hof van beroep te Brussel.
Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, eerste kamer