De doorbraak van rechtspersoonlijkheid is gewettigd wanneer het afzonderlijk bestaan van de rechtspersoon een fictie is (zie Antwerpen 12 december 1995, TR. V 1996, 62 e.v.);
Dat de rechter ertoe gehouden is de vervulling van de faillissementsvoorwaarden vast te stellen in hoofde van de meester van de zaak, met andere woorden, de hoedanigheid van handelaar, en de duurzame staking van betaling, zelfs indien er misbruik aanwezig is van de rechtspersoonlijkheid (Cass. 29 juni 1990, TB.H. 1990, 844);
Aanwijzingen:
• 2 vennootschappen met zetel op zelfde plaats en het feit dat de vennootschap huist in gebouwen die toebehoren aan de achterman (in casu de heer Jean Mes en echtgenote) zonder dat er tussen de vennootschap en hen een geschreven huurovereenkomst bestaat, één van de misbruikindicaties is die tot een doorbraak van de rechtspersoonlijkheid kunnen besluiten (F. Gillijns, « Veinzing en doorbraak in de n.v. », p. 10-11 CD Gerechtelijk akkoord en faillissement, 2000/1);
met zelfde zaakvoerder
• de ene optredend als verhuurder van de andere
• verkoop van goederen tussen de 2 vennootschappen zonder volledige betaling
• onvoldoende gescheiden boekhouding
• zonder rekening te houden met de afgescheiden vennootschapsstructuren
•zonder dat de vennootschapsrechterlijke organen functioneren
• fondsen van de ene vennootschap worden gebruikt voor de andere vennootschap
• de ene is de enige klant van de andere
• samenhang va de schulden
De doorbraak van rechtspersoonlijkheid is gewettigd wanneer het afzonderlijk bestaan van de rechtspersoon een fictie is (zie Antwerpen 12 december 1995, TR. V 1996, 62 e.v.);
Dat de rechter ertoe gehouden is de vervulling van de faillissementsvoorwaarden vast te stellen in hoofde van de meester van de zaak, met andere woorden, de hoedanigheid van handelaar, en de duurzame staking van betaling, zelfs indien er misbruik aanwezig is van de rechtspersoonlijkheid (Cass. 29 juni 1990, TB.H. 1990, 844);
deze doorbraak leidt echter niet noodzakelijk tot de faillietverklaring van de b.v.b.a. Rentmes : tot faillissement moet immers niet besloten worden indien zij in staat is de schulden van de gefailleerde vennootschap te betalen;
Faillissement - Kooph. Brussel (5de k.), 26 juni 2003
A.R.: nr. G/02/03364
Zet. : Mevr. Leus (recht. d.d. voorz.), HH. Vidts en Debray (rechters in handelzaken) Op. min. : H. Quirynen (subst. proc. des Konings)
Pleit. : Mrs. De Gryse en Van Camp
Misbruik en doorbraak van rechtspersoonlijkheid - Faillissement - Uitbreiding tot andere rechtspersoon - Faillissementsvoorwaarden
Abus de personnalité juridique - Levée du voile juridique - Faillite - Extension à une autre personne morale - Conditions de la faillite