Quantcast
Channel: Advocatenkantoor Elfri De Neve - Goede raad is goud waard - Advocatenkantoor Elfri De Neve
Viewing all articles
Browse latest Browse all 3409

Opname van een heimelijk opgenomen zakelijk privételefoongesprek tussen partijen die in een geschil betrokken zijn is onregelmatig bewijs

$
0
0
Plaats van uitspraak: Gent
Instantie: Hof van beroep
Datum van de uitspraak: 
woe, 06/09/2006
A.R.: 
A.R. : nr. 2004/AR/1740

In verband met het gebruik van de schriftelijke neerslag van deze geluidsopname voor de burgerlijke rechter rijzen twee onderscheiden vragen : deze naar de rechtmatigheid van een bewijsmiddel en deze naar de rechtmatigheid van de wijze waarop dit bewijsmiddel verkregen werd (vgl. : B. ALLEMEERSCH en P. SCHOLLEN, «Behoorlijk bewijs in burgerlijke zaken : over de geoorloofdheidsvereiste in het burgerlijk bewijsrecht», R. W, 2002-2003, 41).

Geluidsopnamen van gesprekken vormen in beginsel een rechtmatig bewijsmiddel. Zij kunnen door de rechter aangenomen worden als een vermoeden (vgl.: D. MOUGENOT, «La preuve», Rép. not., 2002, nr. 248, p. 294). Nochtans dient de rechter dit bewijsmiddel met grote voorzichtigheid te beoordelen, rekening houdend met de mogelijkheid tot vervalsing. Bovendien moet het gebruik ervan getoetst worden aan de regels inzake de bescherming van het privé-leven of van het beroepsgeheim.

Voorwaarden voor het aanvaardbaar bewijs van opgenomen telefoongesprekken:

• het gesprek geen betrekking had op het privé-leven van de partijen maar op hun zakelijke relatie

• geen van de partijen gebonden was door een beroepsgeheim.

• het gesprek is niet uitgelokt tussen partijen die bij het gesprek reeds in een geschil verwikkeld waren,  bewijs van het feit enkel op deze wijze kon geleverd worden. tenzij het bewijs enkel op die wijze kon worden verkregen.

Het volstaat evenwel niet vast te stellen dat geluidsopnamen een rechtmatig bewijsmiddel zijn.

Bovendien moeten ze op rechtmatige wijze verkregen zijn.

De verkrijging van bewijzen is onrechtmatig, wanneer zij het gevolg is van een misdrijf, maar kan dit ook zijn wanneer voor het verkrijgen ervan gebruik gemaakt werd van déloyale of immorele middelen, zoals bedrog of list (vgl. : ALLEMEERSCH en SCHOLLENS, o.c., nr. 35, p. 50).

Met een opname op een heimelijke manier, zonder medeweten van appellant gemaakt. moet  in beginsel geen rekening worden gehouden (vgl.: Antwerpen, 13 maart 1991, De Verz., 1991, 867; D. MOUGENOT, o.c., nr. 249, p. 296).

Door toe te laten dat heimelijk opgenomen commerciële of zakelijke gesprekken als bewijsmiddel aangewend worden, zou de noodzakelijke vertrouwensrelatie die het rechtsverkeer in de handels- en zakenwereld kenmerkt, ernstig aangetast worden. Commerciële of zakelijke afspraken komen dikwijls tot stand na onderhandelingen en gesprekken, waarin de partijen informatie uitwisselen die een vertrouwelijk karakter heeft of waarin bepaalde standpunten worden ingenomen of toegevingen worden gedaan met de bedoeling om een welbepaald resultaat te bereiken, zonder dat dit een erkenning of afstand van rechten inhoudt. Wanneer de heimelijk vastgelegde inhoud van deze gesprekken als bewijs tegen de wederpartij kan worden gebruikt, wordt een algemene sfeer van wantrouwen gecreëerd, die nadelig is voor het tot stand komen en zich ontwikkelen van handels- of zakenrelaties.

Het volstaat evenwel niet vast te stellen dat geluidsopnamen een rechtmatig bewijsmiddel zijn. Bovendien moeten ze op rechtmatige wijze verkregen zijn. De verkrijging van bewijzen is onrechtmatig, wanneer zij het gevolg is van een misdrijf, maar kan dit ook zijn wanneer voor het verkrijgen ervan gebruik gemaakt werd van déloyale of immorele middelen, zoals bedrog of list (vgl. : ALLEMEERSCH en SCHOLLENS, o.c., nr. 35, p. 50).

De opname, waarvan geïntimeerden de neerslag overleggen, werd op een heimelijke manier, zonder medeweten van appellant gemaakt. Met de aldus bekomen opname kan in beginsel geen rekening worden gehouden (vgl.: Antwerpen, 13 maart 1991, De Verz., 1991, 867; D. MOUGENOT, o.c., nr. 249, p. 296). Door toe te laten dat heimelijk opgenomen commerciële of zakelijke gesprekken als bewijsmiddel aangewend worden, zou de noodzakelijke vertrouwensrelatie die het rechtsverkeer in de handels- en zakenwereld kenmerkt, ernstig aangetast worden. Commerciële of zakelijke afspraken komen dikwijls tot stand na onderhandelingen en gesprekken, waarin de partijen informatie uitwisselen die een vertrouwelijk karakter heeft of waarin bepaalde standpunten worden ingenomen of toegevingen worden gedaan met de bedoeling om een welbepaald resultaat te bereiken, zonder dat dit een erkenning of afstand van rechten inhoudt. Wanneer de heimelijk vastgelegde inhoud van deze gesprekken als bewijs tegen de wederpartij kan worden gebruikt, wordt een algemene sfeer van wantrouwen gecreëerd, die nadelig is voor het tot stand komen en zich ontwikkelen van handels- of zakenrelaties.

Op het verbod om geluidsopnamen, die zonder medeweten van de wederpartij tot stand zijn gekomen, als bewijsmiddel te gebruiken, kan slechts in bepaalde omstandigheden een uitzondering worden gemaakt. Dit is bijvoorbeeld het geval voor niet confidentiele gesprekken die het sluiten van een overeenkomst tot voorwerp hebben.

Aldus zouden telefonische bestellingen kunnen bewezen worden aan de hand van de opname van deze bestelling zonder medeweten van de klant, in sectoren waarin het gebruikelijk is dat de overeenkomsten mondeling of telefonisch worden gesloten.

Wanneer de heimelijke geluidsopname evenwel, zoals in het voorliggend geval, personen betreft die een geschil hebben of in een geding gewikkeld zijn, dient de rechter zeer terughoudend te zijn, ook wanneer ze zakelijke gesprekken betreft (vgl.: D. MOUGENOT, o.c., nr. 249, p. 296). In die hypothese zou de geluidsopname enkel in uitzonderlijke omstandigheden als bewijsmiddel kunnen aanvaard worden, op voorwaarde dat ze niet werd uitgelokt door degene die zij heeft gemaakt en het bewijs van het feit enkel op deze wijze kan geleverd worden

Publicatie
tijdschrift: 
DAOR
Jaargang: 
2007/83
Pagina: 
326
In bibliotheek?: 
Dit item is beschikbaar in de bibliotheek van advocatenkantoor Elfri De Neve

Bij het beoordelen van de geoorloofdheid van bewijs dienen twee vragen te worden gesteld : deze naar de rechtmatigheid ervan en deze naar de rechtmatigheid van de wijze waarop het verkregen werd. De opname van een telefoongesprek vormt op zichzelf geen onrechtmatig bewijs als het gesprek geen betrekking had op het privé-leven van de partijen maar op hun zakelijke relatie en geen van de partijen gebonden was door een beroepsgeheim.

Noot: 

 

 

Gerelateerd

lees verder


Viewing all articles
Browse latest Browse all 3409