Hij die bij de totstandkoming van een overeenkomst als lasthebber is opgetreden, is geen partij bij die overeenkomst.
Hij blijft als lasthebber een derde ten aanzien van die overeenkomst, zodat daaruit voor hem rechten noch plichten kunnen voortvloeien zelfs ingeval van schijnmandaat.
Er bestaat aldus slechts een contractuele vordering tot betaling van de door geleverde prestaties tegen diegene met wie de leverancier of de aannemer heeft gecontracteerd, waarbij het voorwerp van de door de tegenpartij verrichte prestaties en de omstandigheid of die prestaties al dan niet betrekking hebben op de persoonlijke situatie van de lasthebber volstrekt irrelevant zijn bij de beoordeling van de vraag wie te bestempelen is als de contractuele schuldenaar van de tegenpartij met betrekking tot deze prestaties.
Gent (7de k.), 10 maart 2008
A.R. nr. 2005/ AR/3139
(n.v. De B. t. c.v.b.a. Deloitte & Touche Belastingconsulenten en Pierre D.)
Feiten en procedure in eerste aanleg
2. C.v.b.a. Deloitte, rechtsopvolger van de c.v.b.a. Arthur Andersen & Co, verstrekte in 1999 advies op de bedrijfszetel van de n.v. De B.
In wat volgt wordt verder enkel de benaming c.v.b.a. Deloitte gebruikt, ook als het gaat over de periode van vóór de overname van de handelsvorderingen door c.v.b.a. Deloitte.