Het niet concurrentiebeding is een afweging tussen de contractvrijheid en het recht van vrijheid van handel Deze belangenafweging mag niet tot gevolg dat er een manifeste disproportionaliteit tussen beide bestaat. Er kan aldus geen sprake zijn van een totaal of feitelijk verbod van professionele activiteiten in hoofde van verweerster.
(V. C. / V.H.)
[ ... ]
2. Voorwerp van de vorderingen
2 .1. Eiseres vordert de veroordeling van verweerster tot betaling aan haar van de som van 15 .000 EUR meer de vergoedende interesten vanaf 12 oktober 2009 en meer de gerechtelijke interesten, op de hoofdsom verhoogd met de vergoedende interesten.
Tevens vordert eiseres de veroordeling van verweerster tot de kosten van het geding.
• Zie de bijdrage van N. HALLEMEESCH, "De niet-concurrentieverbintenis bij de overdracht van een handelsactiviteit", in DAOR 2013/105-106, 126
• Internationaal tijdschrift voor ondernemingsrecht [DAOR] MERTENS, Dave; Noot 'Het niet-concurrentiebeding: het mag ietsje meer zijn' 2015, nr. 115, p. 18-23.
• Tijdschrift voor rechtspersoon en vennootschap [TRV] BELLEN, Bart; Noot 'Niet-concurrentiebedingen in overnameovereenkomsten, splitsbaarheid en gerechtelijke matiging' 2015, nr. 5, p. 459-465.
• Journal des tribunaux [JT] LAGASSE, Stéphanie; Observations 'La réduction, variation de la nullité partielle, appliquée aux clauses de non-concurrence' 2015, n° 6620, p. 717-721 et 727-734.
• Noot in NJW 2016, nr. 333, p. 913 Gerechtelijke matiging van niet concurrentiebedingen