De verkoper, wanneer hij een fabrikant of een gespecialiseerde verkoper is, is verplicht de zaak zonder gebrek te leveren en moet daarbij alle maatregelen nemen om alle mogelijke gebreken op te sporen, zodat hij, indien het bestaan van een gebrek wordt aangetoond, de door de koper geleden schade moet vergoeden, tenzij hij bewijst dat het gebrek onmogelijk kon worden opgespoord; deze resultaatsverbintenis rust niet op elke professionele verkoper, maar op de fabrikant en op de gespecialiseerde verkoper ongeacht of deze laatste een professionele verkoper is; de rechter oordeelt in feite of een verkoper als een gespecialiseerde verkoper kan worden beschouwd en hanteert daarbij als onderscheidingscriterium de specialisatiegraad en de technische competenties van de verkoper in kwestie (
Nr. C.16.0311.N
CEVOMAN nv, met zetel te 2200 Herentals, Hezewijk 1B,
eiseres,
tegen
SABLIERES DE ROSSART nv, met zetel te 4400 Flémalle, rue Jean-Louis Adam 314,
verweerster,
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
Het cassatieberoep is gericht tegen de arresten van het hof van beroep te Antwer-pen van 3 juni 2013 en 25 januari 2016.
Cass. 6 mei 1977, AC 1977, 915; zie ook Cass. 17 mei 1984, AR 7056, AC 1983-84, nr. 529; Cass. 27 juni 1985, AR 7207, AC 1984-85, nr. 657; Cass. 7 december 1990, AR 6754, AC 1990-91, nr. 182; Cass. 19 september 1997, AR C.96.0207.F, AC 1997, nr. 362; Cass. 18 oktober 2001, AR C.99.0326.N, AC 2001, nr. 556.
Het ‘vermoeden van kwade trouw’ bij verborgen gebreken: welke verkoper past het schoentje? TBBR, 2018-3, p. 131 S. De Rey B. Tilleman
Vrijwaring voor verborgen gebreken bij koop: mag het wat meer zijn dan artikel 1644 BW? TBBR, 2018-3, p. 144 S. De Rey
Verborgen gebrek en korte termijn
De koper dient zijn vordering in te stellen binnen korte termijn en de verkoper dient zijn vordering tegen zijn leverancier eveneens binnen korte termijn in te stellen
• Cass. 29/01/2004, RW 2004-2005,431
NV W.F.L. t/ Vennootschap naar Frans recht D.
I. Bestreden beslissing
Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 9 februari 2001 gewezen door het Hof van Beroep te Gent.
...
III. Feiten
Op 13 februari 1991 dagvaarden de echtgenoten L.-D. hun aannemer, de NV Van Br., in kort geding voor beweerde gebreken in de sanitaire leidingen. De kortgedingrechter stelt op 10 mei 1991 een deskundige aan wiens verslag wordt neergelegd op 17 december 1993.
De echtgenoten L.-D. dagvaarden op 15 december 1994 de NV Van Br. voor de Rechtbank van Eerste Aanleg te Oudenaarde wegens de gebrekkige plaatsing van de sanitaire installatie. Op 20 januari 1995 wordt eiseres als leverancier van de leidingen in tussenkomst en vrijwaring gedagvaard door de NV Van Braeckel. Op 14 april 1995 dagvaardt eiseres op haar beurt verweerster, de fabrikant van wie zij de beweerd gebrekkige materialen had afgenomen.
...
V. Beslissing van het Hof
Overwegende dat krachtens art. 1648 B.W., de rechtsvordering op grond van koopvernietigende gebreken door de koper moet worden ingesteld binnen een korte termijn, al naar de aard van de koopvernietigende gebreken en de gebruiken van de plaats waar de koop is gesloten;
Dat deze bepaling van overeenkomstige toepassing is op de rechtsvordering van de verkoper tegen diegene van wie hij de zaak heeft gekocht;
Dat de korte termijn waarbinnen de vrijwaringsvordering van de verkoper moet worden ingesteld, eerst begint te lopen vanaf het tijdstip waarop hij zelf door zijn koper in rechte wordt aangesproken;
Overwegende dat de appèlrechters de rechtsvordering van eiseres tegen verweerster, gebaseerd op art. 1648 B.W., niet ontvankelijk verklaren om de redenen dat «zij haar vordering tegen (verweerster) slechts heeft ingesteld bij dagvaarding van 14 april 1995, dit is meer dan vijftien maanden na het neerleggen van het deskundigenverslag en meer dan vier jaar na het aan het licht komen van de gebreken. Dit is te laat»;
Overwegende dat de appèlrechters, door te oordelen dat de korte termijn waarbinnen de verkoper zijn vrijwaringsvordering dient in te stellen tegen diegene van wie hij de zaak heeft gekocht, begint te lopen vanaf het ontdekken van het gebrek door de koper, zonder acht te slaan op het tijdstip waarop hij door de koper werd gedagvaard, art. 1648 B.W. schenden;
Dat het middel gegrond is.