Juridische documenten zijn zelden genderneutraal. Onze identiteitskaarten voorzien in een genderaanduiding M of V.
Een aanduiding M/V als label (weze het door sommigen als stigma ervaren) lijkt overbodig te worden door de deseksualisering van het recht. Toch kan men zeker nog niet stellen dat ons recht volledig gedseksualiseerd is. Er bestaan nog op vrij veel rechtsterreinen met verschillen in behandeling tussen mannen en vrouwen die overigens vaak niet als discriminerend worden aanzien (voorbeelden in sport zijn legio).
Er blijft dus een zekere relevantie van de gendervermelding bestaan. Anderzijds zou de genderneutraliteit door afschaffing van de M/V door een groot aantal transgenders als discriminerend worden aanzien. Zij benadrukken dat transgender een transitieproces aanduidt maar geen identiteit. Deze mensen hebben wel degelijk een seksuele identiteit als man of als vrouw en wensen hun seksuele identiteit (na eventuele gewenste wijziging) als bevestigd en erkend aanzien.
Zij zouden zich bijzonder gekwetst voelen wanneer zij als "TG" zouden gelabeld worden in plaats van als M of V of als "niets", "TG" of "X" of zelfs als een aparte "mensensoort" zouden aanzien worden en geen gendervermelding zouden krijgen. Zelfs wanneer alle Belgen geen gendervermelding meer zouden krijgen herhalen zij dat zij misschien meer dan wie ook in hun gender willen erkend worden en verdedigen zij het recht van elke Belg in de juridische outing van zijn gender.
Gendergelijkheid en het vermijden van genderdiscriminatie wordt dus niet bereikt door de afschaffing van de genderaanduiding.
Vanzelfsprekend is het ridicuul en zelfs denigrerend de afschaffing van de genderaanduiding te bepleiten om de rechten van homoseksuelen te verdedigen alsof die minder man of vrouw zouden zijn. Voor wie er aan twijfelt, homoseksuelen en biseksuelen zijn 100% man of vrouw. Homoseksualiteit en biseksualiteit betreft niet de seksuele identiteit maar de seksuele voorkeur en aantrekking bij losse of vaste partnervorming waarbij deze voorkeur voor een individu soms kan wijzigen of afhankelijk kan zijn in tijd en ruimte.
Moeilijker ligt de aseksualiteit. De aseksualiteit kan zowel een sociale gedraging zijn, een gekozen, opgedrongen of aangevoelde omgangsvorm van mannen of vrouwen, als een biologische aseksuele werkelijkheid waarbij gekozen wordt voor een sociale en psychologische identiteit van aseksueeal, dan wel gekozen wordt voor een duidelijk gewilde genderidentiteit als man of vrouw. Zo is er ook de biologische biseksualiteit (hermafrodiet), met alle opties van het individu om zich als man, vrouw, homoseksueel, asseksueel te gedragen, te outen en/of te voelen,als de biseksualiteit die niet gedragen wordt door een biseksuele biologische identiteit.
Er zijn dus geen 2 maar tientallen genderidentiteiten.
Deze uiteenzetting zijn we begonnen met de term label en zelfs stigma. Het gebrek aan stigma, wanneer iedereen een stigma heeft, is ook een stigma en wel dat van de uitgeslotene, het teken van de paria, de stempel van de allerlaagste. Het gamma van alle gendervormen en genderexpressievormen uitsmeren op onze identiteitskaart is gevaarlijk omdat hierdoor het stigma een tool tot discriminatie wordt. Stel je voor dat je sociaal in sommige middens zou moeten functioneren of naar Rusland zou reizen met een identiteitskaart waarop als gender "H", "None", "Bi", "TG", "m->v", "v->m", of nog één van de tiental andere varianten zou staan of dat je de enige bent, dan wel van het enige land waar er geen genderidentiteit meer vermeld zou worden.
Daarom komen we tot de conclusie dat we de huidige enige opties als M of V als de minst slechtste optie moeten verkiezen en alle andere opties moeten afwijzen door het gevaar van ongewenste nevenwerking.