Een grief in de zin van dat artikel is de specifieke aanwijzing door de appellant van een afzonderlijke beslissing van het beroepen vonnis, waarvan hij de hervorming door de appelrechter vraagt. Niet vereist is dat de appellant in zijn verzoekschrift of zijn grievenformulier reeds opgave doet van de redenen waarom hij die hervorming vraagt.
De appelrechter oordeelt onaantastbaar in feite of de grieven die in het verzoekschrift of het grievenformulier zijn opgegeven, voldoende nauwkeurig zijn. Het Hof gaat evenwel na of de appelrechter uit zijn vaststellingen geen gevolgen afleidt die daarmee geen verband houden of op grond daarvan niet kunnen worden verantwoord.
Uit de enkele omstandigheid dat een appellant aanduidt dat zijn grieven betrekking hebben op alle beslissingen van het beroepen vonnis, kan niet worden afgeleid dat die grieven niet nauwkeurig zijn.
(J.E.E.H. - Rolnr.: P.17.0031.N)
I. Rechtspleging voor het Hof
Het cassatieberoep is gericht tegen het vonnis in hoger beroep van de correctionele rechtbank Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde, van 6 december 2016.
De eiser voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, een middel aan.
Raadsheer Erwin Francis heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal Luc Decreus heeft geconcludeerd.
• De Pauw, W., « Laattijdige neerlegging grievenschrift en overmacht », R.A.B.G., 2017/13, p. 1049-1051
• S. Van Overbeke, “Verzet en hoger beroep in strafzaken na de wet van 5 februari 2016 tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie - deel 2”, RW 2015-16, 1446.
• Voor een overzicht: A. Vandeplas, “Over verzet in strafzaken”, RW 1972-73, 1807.
Rechtspraak
• Cass. 12 januari 2012, C.10.0683.N; Cass. 13 januari 2004, P.03.0860.N.
• Cass. 11 april 1990, Arr.Cass. 1989-90, nr. 481.
• Cass. 12 februari 2013, P.12.0685.N.
• Cass. 9 november 2011, P.11.1027.F.
• EHRM, Czekalla / Portugal, 2002.
Motivering van het hoger beroep in strafzaken.
Een hoger beroep in strafzaken dient gemotiveerd.
Krachtens artikel 210 van het wetboek van strafvordering wordt de beklaagde in hoger beroep gehoord over de nauwkeurig bepaalde grieven die tegen het beroep een vonnis worden ingebracht.
De enkele verwijzing naar een in eerste aanleg gevoerd verweer dat door het beroep een vonnis is beantwoord, vormt geen nauwkeurig bepaalde grief in de zin van artikel 210 van het wetboek van strafvordering.
Wanneer een dergelijk slordig verweer tegen het beroep een vonnis wordt geformuleerd, kan de rechter in hoger beroep louter vaststellen dat de eerste rechter dit verweer reeds omstandig heeft beantwoord zonder zelf verder te oordelen.
Het loutere hernemen van eerdere conclusies voor het Hof van Beroep volstaat dus niet.
Zie Cassatie 02.09.2014, RABG 2015/1, pagina 19 met noot Audrey De Sloovere, RABG 2015/1, pagina 21.
Rechtspraak Cassatie 19.10.2010; Cass. 25.11.2003 en Cass. 07.12.1993.