Een geantidateerde opzeggingsbrief met wederzijdse kennis van werknemer en werkgever, met vrijstelling van prestaties en met duidelijke bedoeling een onmiddellijk ontslag te bewerkstelligen met mogelijkheid voor de werknemer onmiddellijk gerechtigd te zijn in de werkloosheidsuitkeringen maakt valsheid in geschrifte uit.
Uit het feit dat ook de werknemer zelf actief aan de valsheid heeft meegewerkt daar ook hij er klaarblijkelijk voordeel bij had, en de werknemer niet stelt dat zijn akkoord en goedkeuring niet geldig verkregen werd, kan met zekerheid worden afgeleid:
— dat hij akkoord ging met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst op die wijze;
— dat hij akkoord ging om de facto geen opzeggingsvergoeding van de werkgever te ontvangen.
In werkelijkheid is de arbeidsovereenkomst aldus in onderling overleg beëindigd en met afstand van de zijde van elk der partijen van een opzeggingsvergoeding van de andere partij.
Faillissement N.V. A. t/ M.
II. Ten aanzien van de opzeggingsvergoeding