Het traject dat de werknemer aflegt om zich van zijn verblijfplaats te begeven naar de plaats waar hij werkt, en omgekeerd, blijft normaal, in de zin van art. 8, alinéa 1, tweede lid, Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, indien de door de werknemer gemaakte omweg onbeduidend is, indien die omweg weinig belangrijk en te verantwoorden is door een wettige reden, of indien hij wel belangrijk, maar aan overmacht te wijten is.
Wanneer door de werknemer achtereenvolgens verschillende vervoermiddelen worden gebruikt om de weg naar en van het werk af te leggen, vereist het begrip normaal traject, in de zin van art. 8, alinéa 1, tweede lid, Arbeidsongevallenwet, niet dat bij de beoordeling van de belangrijkheid van een omweg rekening wordt gehouden met de manier waarop het gedeelte van de weg naar en van het werk, tijdens hetwelk de omweg is gemaakt, normaal diende te worden afgelegd.
HET HOF,
Gelet op het bestreden arrest, op 13 januari 1993 door het Arbeidshof te Bergen gewezen;
Over het middel : schending van de artikelen 8, alinéa 1 (inzonderheid eerste en tweede lid), 10, 11, 15 van de Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, 97 van de Grondwet, zoals deze van kracht was voordat zij op 17 februari 1994 werd gecoördineerd, en voor zoveel nodig 149 van de gecoördineerde Grondwet,