Het duel als onderwerp van wetgeving
Mr. T. M. Roest van Limburg, tweede druk, 1836, het duel als onderwerp van wetgeving
In 1841 heeft de Belgische overheid een aparte wet tegen het duelleren aangenomen.
Traditioneel werd in een duel er door mannen om de eer gestreden met de degen, de sabel of het pistool.Beide personen stemmen met het gevecht in en komen overeen welke regels er zullen gelden. Het gevecht kan met de dood eindigen.
De klassieke wijze om iemand uit te dagen is hem een handschoen voor de voeten te werpen. Wie de handschoen oppakt, zo wilde de regel, neemt de uitdaging aan en mag kiezen waar, wanneer en met welke wapens het duel plaatsvindt. De uitdrukking de handschoen oppakken is afgeleid van dit openingsritueel.
In principe doen beide deelnemers vrijwillig aan het duel mee. Deze vrijwilligheid is echter relatief: het geldt in sommige kringen als laf en eerloos om een belediging (of ander onrecht) niet met een uitdaging te beantwoorden, en evenzeer om de uitdaging niet aan te nemen.
Duels waren vonden vooral plaats bij de adel (over vrouwen maar ook over bezetting zonder recht of titel), bij universitaire studenten (zelfs over de correctheid van een Latijnse vertaling) en ter beslechting van broedertwisten tussen vrijmrtdelaars.
In West-Europa vonden duels met regelmaat plaats tot aan het begin van de twintigste eeuw, hoewel de situatie van land tot land verschilde. Tegenwoordig zijn duels in alle West-Europese landen bij wet verboden.
In de middeleeuwen werd een tweegevecht vaak gebruikt als een godsoordeel, maar dit tweegevecht kan niet aanzien worden als een duel.