Het begrip „verkoper” in de zin van artikel 1, lid 2, onder c), van richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen moet aldus worden uitgelegd dat het mede ziet op een handelaar die tussenpersoon voor een particulier is en die de consument niet naar behoren op de hoogte heeft gebracht van het feit dat de eigenaar van het verkochte goed een particulier is, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan, rekening houdend met alle omstandigheden van het concrete geval. Voor deze uitlegging maakt het geen verschil of de tussenpersoon al dan niet voor zijn bemiddeling wordt vergoed.
RREST VAN HET HOF (Vijfde kamer)
9 november 2016 (*)
„Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 1999/44/EG – Verkoop van en garanties voor consumptiegoederen – Werkingssfeer – Begrip ,verkoper’ – Tussenpersoon – Buitengewone omstandigheden”
In zaak C‑149/15,
rechtspraak:
Liège 14 mars 2015, DCCR, 2016, 39, met noot: Sanne Jansen, De garage als tussenpersoon bij de verkoop van tweedehandswagens aan consumenten, DCCR 2016, 46