De wet van 25 augustus 1885 op de koopvernietigende gebreken bij verkoop of ruiling van huisdieren heeft bijgevolg de vrijwaring waartoe de verkoper op grond van artikel 1641 en volgende Burgerlijk Wetboek gehouden is, beperkt tot enkel die ziekten en gebreken door de regering aangeduid en enkel die ziekten en gebreken aan dieren vermeld in de wet van 25 augustus 1885 kunnen aanleiding geven tot de rechtsvordering van artikel 1641 en volgende Burgerlijk Wetboek (vergelijk. . Vranken, koop en ruil van dieren, APR 1979 nummers 22 en 34).
De wet van 25 augustus 1885 heeft met andere woorden het toepassingsveld van artikel 1641 beperkt ingeval van een verkoop/ruiling van huisdieren (zoals paarden, ezels en dergelijke meer), maar niet vervangen of uitgesloten.
De wet van 25 augustus 1885 is bijgevolg een Lex specialis ten overstaan van de gemeenrechtelijke vrijwaring -van artikel 1641 en volgende Burgerlijk Wetboek bij verkoop of ruiling van huisdieren.
Het verschil met de wet op de consumenten koop bestaat er in dat, waar de wet van 25 augustus 1885 de gemeenrechtelijke regeling van artikel 1641 en volgende Burgerlijk Wetboek overeind laat (doch enkel het toepassingsveld beperkt), de wet op de consumenten koop op de gemeenrechtelijke vrijwaringstreling van artikel 1641 en volgende Burgerlijk Wetboek uitsluit en vervangt door een specifieke regeling – opgenomen in het Burgerlijk Wetboek onder een nieuwe afdeling vier, bevattende de artikelen 1649 bis tot en met 1649 octies – althans voor de verborgen gebreken die zich manifesteren binnen de termijn van twee jaar na de levering, waarna de gemeenrechtelijke vrijwaring opnieuw in werking treedt.
Er is een wezenlijk verschil tussen de wet van 25 augustus 1885 en de wet op de consumentenkoop.
De wet van 25 augustus 1885 is er gekomen met de bedoeling de toepassing van de gemeenrechtelijke bepalingen inzake de verborgen gebreken, zoals vastgesteld in de artikelen 1641-1648 Burgerlijk Wetboek te vergemakkelijken ter zake de verkoop of ruiling van huisdieren .