Desinit in piscem mulier formosa superne.
Een mooi vrouwenlichaam eindigend in een vissestaart (Horatius, Ars poetica, 4).
Wat zijn deze essais eigenlijk anders dan groteske wangedrochten, in elkaar geflanst van allerlei ledematen, zonder vaste vorm, in een toevallige orde, opeenvolging en samenhang?
(Michel de Montaigne Over vriendschap)