Het feit dat de rechter bij toepassing van de artikelen 42, 3° en 43bis Strafwetboek de geldwaarde van de vermogensvoordelen ex aequo et bono kan ramen en die waarde kan verbeurdverklaren, verplicht hem niet over te gaan tot de verbeurdverklaring van vermogensvoordelen waarvan hij onaantastbaar oordeelt dat zij, hoewel zij bestaan, onvoldoende te begroten zijn; ook een begroting ex aequo et bono van vermogensvoordelen vereist, om niet willekeurig te zijn, dat het strafdossier voldoende gegevens bevat om zo nauwkeurig mogelijk de omvang van die voordelen te bepalen, maar bij de beoordeling of het strafdossier voldoende gegevens bevat om zo nauwkeurig mogelijk de omvang van de vermogensvoordelen te bepalen, mag de rechter zich niet beperken tot de gegevens opgenomen in de door artikel 43bis, eerste lid, Strafwetboek bedoelde vordering van het openbaar ministerie, maar dient hij rekening te houden met alle elementen van het strafdossier (1). (1) Zie Cass. 14 december 1994, AR P.94.1033.F, AC 1994, nr. 555; Cass. 13 november 2007, AR P.07.0929.N, AC 2007, nr. 547.
Nr. P.14.1306.N
PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE GENT,
eiser,
tegen
1. R P H H,
beklaagde,
2. J R R H,
beklaagde,
R H bvba,
verweerders.
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Gent, cor-rectionele kamer, van 26 juni 2014.
II. BESLISSING VAN HET HOF
Beoordeling
Eerste middel
• Tom Van Dromme, Geen verbeurdverklaring van onroerende goederen als voorwerp of instrument van het misdrijf zonder specifieke bepaling? noot onder voormeld arrest gepubliceerd in RW
• P. Waeterinckx Leveren alle misdrijven vermogensvoordelen op in de zin van artikel 42, 3 SW, RABG 2012/2013, 900 met talrijke noten en verwijzingen
• Frank Schuermans, Cassatie verduidelijkt regels rond begroting van crimineel vemrogensbeheer