Het cassatieberoep moet betekend worden aan de partijen tegen wie het gericht is (art. 427 Sv.). Bij gebreke aan betekening, dan wel correcte en tijdige betekening is het cassatieberoep (de voorziening in cassatie) onontvankelijk.
Het cassatieberoep van de partij die door de appelrechter burgerlijk aansprakelijk wordt gesteld voor de betaling van een geldboete en de kosten van de strafvordering waartoe een beklaagde wordt veroordeeld, dat niet werd betekend aan het openbaar ministerie bij het appelgerecht, is niet ontvankelijk
Rechtspraak:
• Cass. 04/10/2016, RABG 2017/7 565-567
Samenvatting
Het cassatieberoep van de partij die door de appelrechter burgerlijk aansprakelijk wordt gesteld voor de betaling van een geldboete en de kosten van de strafvordering waartoe een beklaagde wordt veroordeeld, dat niet werd betekend aan het openbaar ministerie bij het appelgerecht, is niet ontvankelijk
Tekst arrest
(T.G., T.T.G. BVBA / G.D., I.D., V.D., B.D. - Rolnr.: P.16.0587.N)
Vertekpunt van de termijn hoger beroep in strafzaken bij een op tegenspraak geachte beslissing: Hof Antwerpen, 30 april 2004, RW 2004-205,630, met noot A.Vandeplas, Over het op tegenspraak geacht vonnis in strafzaken
samenvatting
Een vonnis dat geacht wordt op tegenspraak te zijn gewezen als gevolg van de toepassing van art. 185, § 2, Sv. nadat beklaagde, ondanks regelmatig bevel om persoonlijk te verschijnen, daaraan geen gevolg gaf;
Het gevolg hiervan is dat geen verzet meer mogelijk is.
Gelet op het recht van verdediging moet deze beslissing door het parket aan de beklaagde worden betekend. DE rechtsleer en rechtspraak aanvaardt dat de termijn van hoger beroep pas begint te lopen vanaf deze betekening
Tekst arrest
M.V.G. t/ H. V.
Overwegende dat het bestreden vonnis als gevolg van de toepassing van art. 185, § 2, Sv. wordt geacht op tegenspraak te zijn nadat beklaagde, ondanks regelmatig bevel om persoonlijk te verschijnen, daaraan geen gevolg gaf;
Dat beklaagde dus geen tegenspraak voerde;
Dat bedoeld vonnis dan ook geen vonnis op tegenspraak is, maar enkel geacht wordt op tegenspraak te zijn;
Dat dit meebrengt dat geen verzet mogelijk is, welk rechtsgevolg door de wet uitdrukkelijk werd gewild;
Dat dit echter niet meebrengt dat de beroepstermijn begint te lopen vanaf de uitspraak;
Dat beklaagde bij gebrek aan tegenspraak geen kennis heeft van het ogenblik van de uitspraak;
Dat de wet precies de betekening voorschrijft om de beklaagde van het vonnis in kennis te stellen; dat het voorschrift van de betekening daarin zijn wezenlijke zin vindt;
Dat deze verplichte betekening een op tegenspraak geacht vonnis onderscheidt van een op tegenspraak gewezen vonnis; dat het de compensatie is voor het nadeel van het gebrek aan tegenspraak bij het uitoefenen van het nog resterende gewone rechtsmiddel; dat het de betekening is die de beroepstermijn doet lopen; dat een andere lezing van de wet aan de beklaagde in de meeste omstandigheden elk gewoon rechtsmiddel zou ontnemen, wat duidelijk niet de bedoeling was van de wetgever, die slechts een beperking wilde opleggen aan de mogelijkheden van het verzet;