Krachtens het algemene rechtsbeginsel non bis in idem en krachtens artikel 14, 7. I.V.B.P.R. mag niemand voor een tweede keer worden berecht of gestraft voor een strafbaar feit waarvoor hij reeds overeenkomstig de wet en het procesrecht van het land bij einduitspraak is veroordeeld of waarvan hij is vrijgesproken.
Dit verbod van een tweede berechting of bestraffing veronderstelt dat de beide berechtingen of bestraffingen betrekking hebben op eenzelfde persoon en dat de eerste berechting of bestraffing op het ogenblik van de tweede berechting of bestraffing is afgesloten met een uitspraak die overeenkomstig de wet en het procesrecht van het land definitief is .
Twee straffen zijn mogelijk als de ene sanctie juridisch de vennootschap treft en de andere de natuurlijke persoon
(S. NV / Belgische Staat - Rolnr.: 2013/AR/3391)
(…)
1. Voorafgaande feiten en procedure
(…)
2. Bespreking
(…)
Eiseres in hoger beroep maakt met betrekking tot voormelde facturen toepassing van de vrijstellingsregeling van artikel 39, § 1, 1° WBTW.
Artikel 39 WBTW voorziet in een algemene vrijstelling voor de uitvoer van goederen buiten het btw-gebied van de Europese Gemeenschap.
Soetaert, F. en Vandepitte, C., « Het “non bis in idem”-beginsel in fiscale zaken », R.A.B.G., 2015/19, p. 1346-1351